De demografische tol van de moderniteit

Studenten VUB - kinderarbeid in de jaren 30. Foto: Photonews

Cultuuroorlog

De demografische tol van de moderniteit

Guus van Betten

Er worden alsmaar minder kinderen geboren in België. Om die trend te keren, moeten de oorzaken aangepakt worden en dat is minder simpel dan het lijkt. Veel hangt samen met onze moderne, stedelijke levensstijl die zijn oorsprong vindt in de Industriële Revolutie.   

In pre-industrieel Vlaanderen werd de demografie gekenmerkt door een hoog geboorte- en sterftecijfer. Van een rem op geboortes was geen sprake want voorbehoedsmiddelen ontbraken. Tegelijk was er een simpele economische logica: hoe meer gezinsleden, hoe meer brood op de plank. In de landbouw maakten veel handen licht werk, maar ook in de huisnijverheid droegen kinderen hun steentje bij. Meisjes van tien jaar waren al volleerde spinsters terwijl jongens van die leeftijd het weefgetouw bedwongen. Door de erbarmelijke leefomstandigheden, slechte gezondheidszorg en gebrekkige hygiëne was de kindersterfte groot. Ruim 20 procent van de kinderen haalde het eerste levensjaar niet.

Demografische transitie

De Industriële Revolutie zette een demografische transitie in gang met een forse daling van het sterfte- en geboortecijfer. Al in 1300 was Vlaanderen het meest verstedelijkte gebied van Europa, maar de industrialisering leidde tot nog meer urbanisatie. Ook in die stedelijke context droegen kinderen aanvankelijk bij aan het gezinsinkomen. Halfweg de 19de eeuw bedroeg het aantal kinderen 21 procent van het totaal aantal arbeiders in ons land.

Stijgende onderhoudskost  

Politieke beslissingen betreffende kinderarbeid en leerplicht zorgden voor een omkering van de economische waarde van een uitgebreid kroost.  Het verbod op kinderarbeid was voor veel gezinnen een financiële aderlating. De invoering van de leerplicht joeg hen nog eens extra op kosten. In 1983 trok de Belgische overheid de leerplicht op tot achttien jaar waarmee de economische waarde van minderjarigen onder nul schoot. Zij brachten voortaan niets meer op terwijl hun onderhoudskost fors steeg. De democratisering van het hoger onderwijs leidde tot verder uitstel van hun toegevoegde economische waarde. Bovendien verloopt de studievoortgang traag. Amper 30 procent van de studenten behaalt zijn diploma binnen de bedoelde studieduur. Tel daar nog bij dat jongeren gemiddeld tot hun 26e thuis wonen en de gestegen kost van een kind wordt meteen duidelijk.  

Waar kinderen vroeger dus bijdroegen aan het gezinsinkomen vanaf zeer jonge leeftijd, leven ze nu op kosten van hun ouders tot 26 jaar. Wellicht verklaart deze evolutie deels waarom er zo weinig animo is bij de Vlamingen om een groot gezin na te streven.

PAL Nieuwsbrief

schrijf je gratis in

Blijf op de hoogte met onze dagelijkse nieuwsbrief




Guus van Betten staat in het onderwijs en volgt voor PAL mee de politiek op met een bijzondere interesse voor onderwijs.

2 gedachten over “De demografische tol van de moderniteit”

  1. Kinderen krijgen begint met een stabiel koppel voor de ouders. Meestal begint daar al het probleem, aangezien het vinden van een gepaste partner en de relatievorming altijd maar moeizamer en dus later verloopt. Misschien moet daar in de eerste plaats aan gewerkt worden?

  2. Migranten gezinnen zijn uitgebreider dan de Vlaamse. Wat is daar de logica?
    In het VK hebben ze nu een staatssecretaris voor gezond verstand. In Vlaanderen en België bedanken mensen met gezond verstand voor de corruptie en gesjoemel in de politiek. In Nederland bestaat er een verbod voor ambtenaren om te liegen. Niet in Vlaanderen en België. En evenmin is het de politici verboden om te liegen. Wie niet liegt in de Vlaamse en Belgische politiek, inclusief de gesubsidieerde media, wordt beschouwd als een zwakkeling.

Plaats een reactie

Delen