Vlaams Belang-Kamerlid Ellen Samyn heeft dinsdag de precaire situatie van christenen in Turkije aangekaart bij minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès (MR), na de moord op de Assyrische christen Gabriel Sari Be Komo.
“De vervolging van christenen neemt helaas wereldwijd toe”, zei Samyn in de Kamercommissie Buitenlandse Betrekkingen. “Ook in Turkije worden christenen en hun gemeenschap maar al te vaak geviseerd en vervolgd.”
Samyn verwees ook naar de moord op de 51-jarige Gabriel Sari Be Komo, die in augustus in zijn woning in Badibe, in de Zuidoost-Turkse regio Tur Abdin, werd doodgeschoten door onbekenden. Het is het vierde Assyrische dodelijke slachtoffer in de regio in twee jaar tijd.
“De bewoners van Tur Abdin in Zuidoost-Turkije bijvoorbeeld, waar de laatste Assyrische-Chaldeeuwse bewoners voornamelijk wonen, zijn de laatste tijd vaker het doelwit van grof geweld, dreigementen, intimidatie en pesterijen door de Turkse overheid”, zei Samyn. “In augustus nog werd een man op zeer koelbloedige manier vermoord in zijn huis met een kogel door het hoofd en drie in de buik. Ondertussen staat de teller op 71 christelijke slachtoffers die sinds 1980 in Tur Abdin werden vermoord. Nooit werd iemand opgepakt of veroordeeld voor deze moorden.”
Wilmès: “Ik kan me niet uitspreken of speculeren over de moord”
Volgens vele leden van de Assyrische gemeenschap neemt het geweld tegen christenen in Turkije opnieuw toe. Voor hen doet de situatie denken aan de situatie van de jaren ’90, toen het gewapend conflict tussen het Turkse leger en de PKK vele christenen dwong hun dorpen te verlaten. Toen werden velen het slachtoffer van verdwijningen of moord, vaak waren de daders Turken of Koerden die beslag wilden leggen op hun eigendom.
Volgens Wilmès is de huidige situatie niet vergelijkbaar met die van de jaren ’90. “De huidige situatie is echter anders en de intensiteit van de conflicten tussen de PKK en de Turkse veiligheidstroepen in het zuidoosten van Turkije is sterk afgenomen”, zei de minister. “Bovendien beschik ik niet over aanwijzingen dat christelijke minderheden rechtstreeks het doelwit zijn van de Turkse autoriteiten of dat misdaden tegen hen niet het onderwerp uitmaken van een onderzoek. In deze omstandigheden kan ik mij niet uitspreken of speculeren over de verantwoordelijkheid voor de moord in Dibek.”
Volgens Samyn doet de regering te weinig moeite om op zoek te gaan naar de verantwoordelijken. “Het is ontstellend dat zelfs de overheid geen moeite doet om te zoeken naar de verantwoordelijken voor deze wandaden”, zei Samyn. “Voor de families van de slachtoffers is dat niet alleen een blijvend litteken, maar ze blijven achter in onmacht, wetende dat over een paar maanden weer precies hetzelfde zal gebeuren.”
De Assyrische vluchtelingen in Turkije zien zichzelf als een genocide op hun volk. Het eerste bloedbad vond plaats in 1915, toen het afbrokkelende Ottomaanse rijk maar liefst 1,5 miljoen Armeniërs en 300.000 Assyriërs doodde. Bijna alles toont aan waarom Turkije gevaarlijk is voor Assyriërs. Zowel Turken als Koerden in Turkije wilden de Assyriërs volledig uit hun land verwijderen. Daarbovenop, constant historisch revisionisme.