Van de asielaanvragen die door het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) worden afgewezen, wordt uiteindelijk slechts 4,5 procent omgezet in erkenning als vluchteling of subsidiair beschermde door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV). Dat blijkt uit het jaarverslag voor 2020 van de RVV, dat gisteren werd voorgesteld in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken.
Bij de RvV kan beroep aangetekend worden tegen tegen onder meer de beslissingen van het CGVS en de Dienst Vreemdelingenzaken. De RvV kampt al jaren met een achterstand van duizenden dossiers, al werd de achterstand de afgelopen jaren gehalveerd.
In 2020 werden 14.238 beroepen ingediend en werden 15.771 beroepen daadwerkelijk behandeld. In 2016 waren er 16.556 achterstallige dossiers. Dit aantal is teruggebracht tot 9.391 dossiers in 2020, en op het gebied van asielberoepen tot 770. Gemiddeld duurt het 7 maanden om een beroep te behandelen.
Uit het verslag blijkt voorts dat slechts een klein deel van de beroepen succesvol zijn. “Uit de cijfers van de RvV blijkt dat in 2020 slechts in 4,5% van de beroepsgevallen een beslissing van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen gewijzigd wordt naar een erkenning als vluchteling of subsidiair beschermde, wat bewijst dat het CGVS bij de beoordeling van de asielaanvragen bijzonder kwaliteitsvol werk aflevert”, zegt staatssecretaris voor Asiel en Migratie Sammy Mahdi (CD&V).
N-VA-Kamerlid Theo Francken wijst er dan weer op dat de achterstand vooral op het conto van de Franstaligen te schrijven is. Op Twitter citeerde hij Serge Bodart, de Eerste Voorzitter van de RVV. “Het gebrek aan eenheid van rechtspraak in asielberoepen vormt de grootste bedreiging voor de geloofwaardigheid van onze instelling”, klonk het.
Schandalig veel !