Wachtlijsten voor technisch en beroepsonderwijs

Ben Weyts. Photonews/Shutterstock

Binnenland politiek

Wachtlijsten voor technisch en beroepsonderwijs: “Extra miljoenen vrijgemaakt”

Wannes Neukermans

Heel wat secundaire studierichtingen met arbeidsmarktfinaliteit, zoals het vroegere beroepsonderwijs nu heet, of dubbele finaliteit, zoals het technisch onderwijs nu heet, kampen met wachtlijsten. Dat zegt De Tijd, na een rondvraag bij een tiental technische en beroepsscholen in Vlaanderen.

Jongeren kiezen niet meer dan anders voor technische of beroepsopleidingen, integendeel. De problemen liggen vooral bij de infrastructuur: aangepaste gebouwen, speciale klaslokalen, garages, ateliers… Daarnaast is er een groot tekort aan praktijkleerkrachten. Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) probeert het tij te keren door meer in te zetten op zij-instromers, maar dat lukt vooralsnog niet. De loonvoorwaarden zijn niet aantrekkelijk en in bso en tso moeten ze 29 uur per week lesgeven. Een leerkracht algemene vakken moet slechts 20 uur per week lesgeven.

“Werkgevers staan aan het einde van het schooljaar aan de schoolpoort om onze afgestudeerden een job aan te bieden”, klinkt het in een getuigenis aan De Tijd. “Men beseft niet goed dat we over pakweg tien jaar een gigantisch tekort aan handen zullen hebben. Of willen we ze allemaal in het buitenland halen?”

Verantwoordelijkheid van scholen

Vlaams Parlementslid Jan Laeremans, die voor VB in de commissie Onderwijs zetelt, toont begrip voor de situatie. “Je hebt zoveel richtingen in het technisch en beroepsonderwijs. Ieder jaar worden er in bepaalde regio’s richtingen populairder en weer minder populair”, legt hij uit. In die richtingen heeft dat vaak te maken met bedrijfsbezoeken, gastsprekers… die jonge leerlingen ervan overtuigen een bepaalde technische richting te kiezen. “Dat men daar niet onmiddellijk op voorbereid is en dat er wachtlijsten ontstaan, is normaal. Ook al is dat vervelend, want je helpt de droom van kinderen een beetje om zeep”, aldus Laeremans.

“Leerkrachten en lokalen vinden is ook niet gemakkelijk”, vervolgt het Vlaams Parlementslid. “Je kan alleen maar de trends op langere termijn bekijken en ook dat zorgen voor aangepaste infrastructuur is een kwestie van plannen. Dat is eerder de verantwoordelijkheid van de scholen zelf. Al moet Vlaanderen uiteraard de middelen voorzien.”

Specifieke investeringen

“We versterken BSO en TSO met extra, specifieke investeringen, die bijvoorbeeld het ASO niet krijgen”, reageert Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA). “Zo kunnen praktijkleerkrachten bijvoorbeeld 20 jaar anciënniteit meenemen, dubbel zoveel als in het ASO. “We hebben ook extra miljoenen vrijgemaakt voor extra didactisch materiaal en energiekosten, die in BSO en TSO hoger oplopen.”

Volgens Weyts is het budget voor infrastructuur nog nooit zo hoog geweest. “Drie miljard euro, dat is 500 miljoen euro meer dan in de vorige regeerperiode. En daarbovenop zullen er nog initiatieven komen om de technische en beroepsopleidingen te versterken.”

Vandaag kondigde Ben Weyts ook aan dat hij de programmatienorm voor nieuwe richtingen in het secundair onderwijs zou aanpassen. Dat moet ervoor zorgen dat er geen nieuwe richtingen opgestart worden voor klasjes van één leerling: een maatregel die het lerarentekort mee moet doen oplossen. “Dit is een stap naar een rationeler onderwijsaanbod in Vlaanderen”, legt Weyts uit. “Met minder versplintering van mensen en middelen.”

Lees ook:

https://palnws.be/2023/07/is-ons-onderwijs-wel-divers-genoeg/

PAL Nieuwsbrief

schrijf je gratis in

Blijf op de hoogte met onze dagelijkse nieuwsbrief

Wannes Neukermans (1999) volgt de Vlaamse en nationale politiek op de voet, met een uitgesproken belangstelling voor communautaire thema's.

1 gedachte over “Wachtlijsten voor technisch en beroepsonderwijs: “Extra miljoenen vrijgemaakt””

  1. In het onderwijs ontstonden grote gedragsproblemen door de leerplicht tot 18 jaar. Er zijn teveel leerlingen met schoolmoeheid, karakterstoornissen, en migranten die geen schoolcultuur hebben. Die geven zodanig veel problemen dat ze de kansen vernielen van de leerlingen die wel les willen volgen. Het is de hoofdreden dat het niveau daalt. In Nederland kan wie zich kan kwalificeren op 16 jaar naar de arbeidsmarkt. Hierdoor haal je de boelschoppers eruit en hebben meer van die boelschoppers een diploma. Bovendien zijn er minder leerkrachten nodig. Wondermiddel.

Plaats een reactie

Delen