“België lijkt ontwikkelingsland als het gaat over gezondheidsdata”: doorlichting openbaart ernstige gebreken bij Sciensano

De versnipperde financiering van de federale gezondheidsinstelling Sciensano zorgt ervoor dat de werking slecht verloopt. Dat concludeert het Rekenhof na een doorlichting. De manier waarop de instelling de gezondheidsgegevens van Belgen beheert, laat volgens her rapport te wensen over.

Sciensano is belast met het onderzoek in het kader van volksgezondheid. Het verzamelt tal van gezondheidsgegevens en verwierf bekendheid door de dagelijkse persconferenties tijdens de coronacrisis. Door de versnipperde bevoegdheden op vlak van gezondheidszorg stelt het Rekenhof zich wel vragen bij de verzameling van die gegevens.

Geen wettelijk kader

Zo is er geen wettelijk kader voor het hergebruik van gegevens voor derden, wat privacyvraagstukken oproept. Daarnaast is er geen globale strategie, geen grondige evaluatie en is er geen duidelijkheid over hoe openbaar de gegevens precies zijn. Zo weigeren zowel minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) als Sciensano om het aantal coronaslachtoffers per ziekenhuis vrij te geven. Het Rekenhof waarschuwt zelfs voor een mogelijke ongrondwettelijkheid.

N-VA-Kamerlid Frieda Gijbels, die zich al lang vastbijt in Sciensano-dossier, stelt dat het rapport van het Rekenhof haar vermoedens bewijst. “Tijdens de coronaperiode was het bijzonder moeilijk om data te bekomen bij Sciensano”, aldus Gijbels. “Het wordt nu duidelijk waarom. Ons land lijkt wel een ontwikkelingsland als het gaat om het beheren, delen en analyseren van gezondheidsdata.” Het gebrek aan structuur en procedure zorgde ervoor dat medewerkers van Sciensano vaak handmatig gegevens moesten invoeren, omdat er geen duidelijk systeem was.

Gijbels vindt het voorts frappant dat de gezondheidsgegevens van Sciensano gebruikt werden tijdens de coronacrisis, maar nu niet openbaar mogen worden. “Maar nu mag niemand die gegevens controleren. Dat kan niet in een democratie.”

Lees ook: