Nadat er de laatste jaren heel wat klachten waren over het medicatiebeleid in Vlaamse woonzorgcentra, blijkt uit het tweede rapport van de Zorginspectie dat het steeds beter gaat. Uit beoordelingen blijkt dat er sinds vorig jaar al heel wat stappen zijn gezet.
Zorginspectie staat als onafhankelijke dienst binnen het departement Zorg in voor het toezicht op de kwaliteit van de zorg- en dienstverlening in Vlaanderen. Voor het tweede jaar op rij heeft ze een rapport gepubliceerd dat de inspectieresultaten over het medicatiebeleid in de woonzorgcentra bundelt.
Klachtinspecties
Het aantal klachtinspecties – die meestal onaangekondigd gebeuren – tussen september 2022 en september 2023 wordt steeds meer. In totaal werden er ruim 4.000 medicatieaspecten beoordeeld. Dit gaan over de registratie van medicatie in zorgdossiers, tijdstippen van toedieningen, de bewaring ervan… Als een inspectie één afwijking vaststelt, noteert de inspectie dat als een tekort.
73 procent van de inspecties gaven een goed resultaat. Dat is al 9 procent meer dan in 2022. Toch betekent het ook dat in 27 procent van de gevallen het medicatiebeleid niet volledig in orde is. “Op heel veel vlakken tonen de woonzorgcentra dat er rond medicatiebeleid een positieve tendens is. Maar het kan en moet nog beter”, reageert Vlaams minister van Welzijn en Volksgezondheid Hilde Crevits (cd&v).
Erkenning en subsidiëring
De controle op de toegediende zorg in woonzorgcentra is noodzakelijk, nadat onder andere tijdens de coronapandemie heel wat schandalen naar boven kwamen. Rusthuisbewoners betalen zelf voor hun huisvesting en voeding, maar de Vlaamse overheid betaalt per bewoner een forfait, dat afhangt van de zorgbehoefte van de bewoner in kwestie.
De financiering van die zorg gebeurt via een systeem per zorgbehoevende klasse. Daarnaast komt de overheid ook tussen in de kosten voor incontinentiemateriaal en kosten van zorgbehoevenden.
Lees ook:







