De federale regering zorgt ervoor dat Vlaamse juristen in de toekomst onmogelijk nog het Brusselse parket kunnen leiden. Enkel juristen met een Franstalig diploma zouden nog in aanmerking komen om procureur des Konings te worden van het Brussels parket. Vlaanderen kan hiertegen weinig beginnen, maar magistraten zelf misschien wel.
In 2014 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat die regeling discriminerend is voor Nederlandstaligen. Het Hof was van oordeel dat het niet redelijk verantwoord is dat een persoon die zijn diploma in de rechten in het Nederlands behaald heeft, niet in aanmerking komt voor het ambt van procureur des Konings. Door die ongelijke behandeling ‘beter’ te motiveren, hoopt de federale regering die ongrondwettelijkheid te omzeilen.
Rekken
Toen het Grondwettelijk Hof de regeling vernietigde, mocht de toenmalige (Franstalige) procureur aanblijven “om administratieve en organisatorische moeilijkheden te vermijden”. Op die manier kan het systeem dat momenteel in voegen is, nog jarenlang doorgaan. Wanneer deze nieuwe wet bij het Grondwettelijk Hof voorligt, zal ze opnieuw niet overeind blijven.
Het waren de Vlaamse partijen die bezwaar aantekenden tegen deze beslissing, waardoor die in 2014 vernietigd werd. Nu keuren cd&v, Open Vld, Vooruit en Groen de regeling mee goed. Een belangenconflict lijkt volgens juristen niet onmiddellijk een mogelijkheid – bijvoorbeeld de Vlaamse regering heeft hierbij weinig belang. “De Vlaamse beweging zou die partijen ter verantwoording moeten roepen”, reageert jurist Matthias Storme.
Kristien Van Vaerenbergh (N-VA), Kamerlid en voorzitter van de commissie Justitie, legt uit dat het wetsontwerp eerst naar de Raad van State gaat. “En ik hoop eerlijk gezegd dat zij er nog een stokje voor gaan steken.” Gebeurt dat niet, dan is de kans groot dat er opnieuw een zaak bij het Grondwettelijk Hof gestart wordt. “En dan zal het sowieso iets zijn dat bij de komende regeringsonderhandelingen speelt”, aldus Van Vaerenbergh. “Het is hallucinant dat een ongrondwettelijke situatie zo lang blijft bestaan. Nederlandstalige magistraten zouden tenminste de kans moeten krijgen om te kandideren.”
Bezwaar vanuit de magistratuut
Wat wel zou kunnen, is dat Nederlandstalige magistraten of kandidaat-magistraten bezwaar hebben tegen deze discriminatie. “Je zou in theorie een zaak met dwangsommen kunnen beginnen”, zegt Matthias Storme nog. “Maar tegen dat je daar uitspraak over hebt, zijn de verkiezingen ook daar.”
Lees ook:
Als dit geen “discriminatie op basis van (Vlaamse) afkomst” is, wat zou het dan wel kunnen wezen ?