De maximale verkiezingsuitgaven die de kandidaten zullen moeten respecteren tijdens de sperperiode (vier maanden voor de verkiezingen van 9 juni 2024), zullen de inflatie niet volgen. Dat heeft minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (cd&v) besloten, schrijft L’Echo. Daardoor zullen partijen ‘minder’ kunnen uitgeven.
In de Kamer zullen lijsttrekker en andere ‘topkandidaten’ (kandidaten die goed scoorden bij verkiezingen 2019) bedragen mogen uitgeven van 16.125 euro in de provincie Luxemburg, tot 55.651 euro in de provincie Antwerpen. Dat bedrag hangt af van het aantal kiezers in die kieskring, één maand voor de verkiezingen. In het Vlaams Parlement mogen de belangrijkste kandidaten van elke lijst tussen de 18.994 euro (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) en 54.718 euro (Antwerpen) uitgeven. Andere kandidaten op beide lijsten mogen 5.000 euro uitgeven, opvolgers 2.500 euro.
Enkel voor verkiezingen juni
Voor de Europese verkiezingen liggen de maximumuitgaven iets hoger. Lijsttrekkers uit het Franse kiescollege mogen 51.396 euro uitgeven. Die uit het Nederlandse kiescollege mogen 83.103 euro uitgeven en het maximumbedrag voor het Duitstalige kiescollege ligt op 9.414 euro. Het maximum blijft 10.000 euro voor andere effectieve kandidaten en 5.000 euro voor plaatsvervangende kandidaten.
Per partij geldt er daarnaast nog een plafond van 1 miljoen euro voor de federale verkiezingen en alle andere verkiezingen die op dezelfde dag plaatsvinden. Voor de gemeenteraadsverkiezingen mag er dus nog bijkomend geld worden uitgegeven.
Lees ook:
Die plakkaat van “den Theo” vind ik, man zijnde, wel uitnodigend.
Ja den Theo klopt zijn eigen K.O.
Voor tegen te plassen bedoel ik.