Het is 25 november 1915. Albert Einstein publiceert zijn algemene relativiteitstheorie. Zijn theorie beschrijft hoe de ruimte en de tijd worden beïnvloed door de aanwezigheid en de beweging van energie en materie. De theorie voorspelt verschijnselen zoals de afbuiging van licht, de zwaartekrachtsgolven en de zwaartekrachtslenzen. Einstein kwam tot de formule E = mc².
Geen advertenties meer?
Ingelogde abonnees steunen niet alleen een van de enige kritische en onafhankelijke media, maar zien ook geen vervelende advertenties. Abonneer je snel en eenvoudig en krijg meteen toegang tot vele duizenden exclusieve artikelen!
Maak hieronder je keuze voor het gewenste abonnement:
Liever ook op papier? Bekijk alle abonnementen!
Het doorlopend abonnement wordt automatisch verlengd voor steeds één maand.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een online abonnement van 3 maanden via een eenmalige betaling.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een eenmalige betaling en je zit een jaar goed.
Log hieronder in om dit bericht volledig te lezen. Ben je al ingelogd, kijk dan op je account of je nog een actief abonnement hebt.
Zijn theorie lijkt ingewikkeld te zijn, maar is het niet. Einstein hield niet van ingewikkelde wiskundige constructies en dacht liever visueel aan de hand van gedachte-experimenten. Hij vroeg zich af hoe het zou zijn als je met een lichtstraal zou meerennen. Dan zou hij de elektrische en magnetische deeltjes moeten zien hangen, bedacht hij. Maar volgens de in die tijd bestaande wetten van de zwaartekracht was dat onmogelijk.
Rijdende trein
Einstein kwam met het idee dat de snelheid van het licht relatief is. Hij stelde zijn idee voor aan de hand van een trein en een bliksemschicht die de rijdende trein gelijktijdig aan de voor- en achterkant raakt. Een waarnemer die stilstaat naast de trein ziet de bliksemschichten gelijktijdig inslaan. Maar een passagier aan boord van de trein zal de bliksemschicht aan de achterkant een fractie van een seconde later zien, omdat de trein zich voorwaarts beweegt. Einstein kwam dus met de theorie dat de gelijktijdigheid relatief is.








