Al jaren moet de openbare vervoersmaatschappij De Lijn boetes betalen in lage-emissiezones (LEZ). Een tijdelijk fenomeen, zo beloofde de bevoegde minister vijf jaar geleden, toen de teller op 49.000 euro stond. De Lijn betaalde in 2024 maar liefst 70.375 euro aan boetes. In 2023 bedroeg het bedrag 2.350 euro. In 2026 zouden die boetes kunnen oplopen tot 30 miljoen euro.
Het klinkt als een slechte grap. Burgers en bedrijven mogen de LEZ niet binnen met hun oudere voertuigen en moeten dus parkeren op een P+R aan de rand van de stad om daar het openbaar vervoer te nemen. Vervolgens blijkt dat openbaar vervoer eigenlijk minstens even vervuilend.
Het gaat om 384 boetes die dieselbussen in de lage-emissiezones van Antwerpen, Gent en Brussel kregen. In Antwerpen ging het aantal boetes van 9 in 2023 naar 155 in 2024, in Gent van 2 naar 228. In Brussel kreeg De Lijn vorig jaar maar één boete.
30 miljoen euro in 2026?
In 2023 beweerde toenmalig Vlaams parlementslid Orry Van de Wauwer (cd&v) nog dat de LEZ-regels “ook moeten gelden voor het openbaar vervoer”. Tegelijk voegde hij eraan toe dat vanaf 2026 De Lijn naar schatting tot 30 miljoen euro per jaar aan boetes zou moeten betalen indien de vervuilende bussen in lage-emissiezones zouden blijven rijden.
Zo’n vaart loopt het voorlopig niet, maar de openbare vervoersmaatschappij van de Vlaamse overheid betaalt wel boetes op basis van een decreet van diezelfde Vlaamse overheid dat in verschillende steden werd ingevoerd.
Daarom vroeg Vlaams Parlementslid Sarah T’Joens (Vlaams Belang) recent de cijfers op bij Vlaams minister van Mobiliteit Annick De Ridder (N-VA). De Lijn betaalde in 2024 70.375 euro aan LEZ-boetes. Dat ontlokte T’Joens de volgende uitspraak: “Als zelfs het door de overheid gesubsidieerde openbaar vervoer beboet wordt om te rijden, toont dat aan hoe absurd en asociaal dit beleid is.”
Niet voorzien in begroting
Op de totale uitgaven van De Lijn is 70.375 euro weinig. De begrotingsopmaak voor 2025 is nog niet openbaar, maar die van 2024 wel. De totale uitgaven van De Lijn voor 2024 waren begroot op 1,74 miljard euro. Daartegenover stond een basisallocatie van net geen 932 miljoen euro door de Vlaamse Gemeenschap plus andere dotaties voor een totaal van 1,51 miljard euro. De eigen ontvangsten van De Lijn in 2024 werden begroot op 232 miljoen euro, afkomstig van bedrijven. Wat De Lijn ontvangt van reizigers die zelf betalen, was minder duidelijk. Boetes figureerden niet in de begrotingsopmaak van De Lijn voor 2024.
Uit het antwoord van minister De Ridder (N-VA) werd duidelijk dat in de begroting voor 2025 slechts 11.000 euro voorzien bleek voor LEZ-boetes. Een bedrag zes keer lager dan de effectieve LEZ-boetes in 2024.
Waarom is dit belangrijk? Omdat alle bussen met een Euro 3-norm pas tegen 2026 uit de vloot verdwijnen. 2026 is het magische jaar waarin De Lijn 30 miljoen euro aan LEZ-boetes zou moeten betalen volgens voormalig Vlaams Parlementslid Van de Wauwer in 2023.
Maar er is meer. Zo gaf De Lijn 65.000 euro uit aan LEZ-jaarpassen om met de Euro 4-bussen in de stedelijke lage-emissiezones te mogen rijden. Iets wat T’Joens aanklaagt: “De Vlaamse regering beweert dat de LEZ-regels niet verder verstrengd worden, maar intussen blijft de factuur oplopen. Wie betaalt uiteindelijk de rekening? De belastingbetaler en de reiziger.”
Afschaffing LEZ’s
Het Vlaams Belang is de enige partij die pleit voor de onmiddellijke afschaffing van de LEZ’s. “Niet alleen gezinnen en pendelaars zijn dus het slachtoffer van het asociale LEZ-beleid, maar zelfs het met ons belastinggeld gefinancierde openbaar vervoer” aldus T’Joens “Als zelfs de Vlaamse regering er niet in slaagt te voldoen aan de voorwaarden van de lage-emissiezones, met welk recht wordt dat beleid dan opgedrongen aan de burger?”
Een ander Vlaams Parlementslid, en voormalig campagnehoofd en algemeen directeur van 11.11.11, Bogdan Vanden Berghe (Groen), vroeg de cijfers ook op. Zijn conclusie verschilt danig: “Minister De Ridder moet er samen met De Lijn voor zorgen dat de vervuilende bussen zo snel mogelijk vervangen worden in plaats van gelegitimeerd door boetes en jaarpassen.”
Onvoorstelbaar dat het openbaar vervoer niet vrijgesteld wordt van deze LEZ onzin. Wat een verkwisting en tekort aan visie. Een goed uitgebouwd openbaar vervoer zou een prioriteit moeten zijn.