In H.G Wells’ ‘War of the Worlds’, verschenen in 1898, gebruiken de Martianen giftgas, zeventien jaar vóór dat in 1915 voor het eerst op het slagveld gebeurde. Goed, misschien had men dat kunnen zien aankomen. Maar de ‘hittestralen’ van de Martianen zijn duidelijk laserstralen die vanop afstand doelwitten in brand kunnen schieten. Het eerste experiment met zo’n laser werd pas in 1981 uitgevoerd…
De meeste sf-schrijvers, van Jules Verne tot heden, hadden helemaal niet zo’n profetische gaven. Zij bouwden voort op technologieën die al in een experimentele fase waren en waarvan zij hoopten of vreesden dat die zich verder zouden ontwikkelen. Maar het boek ‘Spotvogel’ van Walter Tevis is werkelijk even profetisch als ‘War of the Worlds’.
Alles wordt vervangen
Tevis beschrijft daarin de ontaarding van een door artificiële intelligentie geleide samenleving, waarin geautomatiseerde systemen álles controleren en de mensen… zelfs niet meer kunnen lezen of schrijven of gewoon nadenken. Liefde en romantiek bestaan niet meer. Om seksuele en andere frustraties te voorkomen, hanteert men de regel ‘Een snelle paring is het beste’. Alles wordt door robots geobserveerd en georganiseerd, met robotrechters, robotpolitiemannen, vuilnisophaalmachines en autobussen die alleen draaien op AI, al wordt dat woord nooit gebruikt.
45 jaar oud en brandend actueel
Er worden al sinds vele jaren geen kinderen meer geboren, maar dat wordt verborgen gehouden doordat er overal robotkinderen rondlopen, die niet van echte te onderscheiden zijn. Ook de dieren in de zoo zijn door AI gestuurde robots. Net zoals in ‘The Matrix’ is niets nog echt. Er zitten vele verwijzingen in naar Huxley’s ‘Heerlijke Nieuwe Wereld’. De mensen slikken voortdurend medicatie en kalmeermiddelen, en op de pillendozen staat dat die ook contraceptiva bevatten, maar niemand kan dat nog lezen. Officieel zijn alle boeken vernietigd – een verwijzing naar Bradbury’s Fahrenheit 451 –, maar sommige magazijnen zijn aan de aandacht van de AI ontsnapt, want… al die robots beginnen defect te raken en ze kunnen niet meer hersteld of geüpgraded worden, want de robots die dat zouden moeten doen kunnen, functioneren zelf ook nog maar krakkemikkig.
Mensen leiden een uitzichtloos, leeg leven en sommigen maken er een einde aan door zichzelf – altijd in groep – met brandstof te overgieten en de vuurdood te kiezen. Het is echt ongelooflijk hoe Tevis de huidige problemen met AI reeds zag aankomen in… 1980, toen hij ‘Spotvogel’ schreef. Computers en internet stonden nog in hun kinderschoenen en de sociale media en ChatGPT waren er nog niet om de menselijke creativiteit te fnuiken. Hoe een 45 jaar oud boek nog brandend actueel is.
Technologie verandert alles
Ik wil een zo schitterend verhaal niet verknoeien door te veel over de verdere ontwikkeling te verraden. De meest tragische figuur is de half menselijke robot Spofford, waarin… nee, niet het bewustzijn van een mens uit de twintigste eeuw is ingeplant, maar het verminkte restant ervan, nadat zijn ‘overbodige’ en ‘onbruikbare’ herinneringen zijn gewist “door mensen die niet zo intelligent waren als hijzelf”. Een verschrikkelijke zin… Ik heb nog nooit zoveel met een robotmens meegevoeld als met Spofford. En als verwoede sf-lezer ken ik er vele.
Walter Tevis, ‘Spotvogel’, Meulenhoff, 2025. 336p. 23,99 euro. ISBN 9789029098236
Meer boekrecensies








