Een Zweedse rechtbank heeft beslist dat een Eritrese vluchteling die een 16-jarig meisje verkrachtte niet kan worden uitgezet, omdat het misdrijf niet lang genoeg duurde.
Het drama speelde zich af op 1 september vorig jaar. Meya Åberg (16) miste haar bus na haar shift bij McDonald’s en liep door een voetgangerstunnel toen ze werd aangevallen. De 18-jarige Yazied Mohamed, een Eritrese vluchteling, verkrachtte het tienermeisje. Meya en haar familie deden onmiddellijk aangifte bij de politie.
Vluchtelingenstatus prevaleert
Mohamed werd veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf voor verkrachting. Het Openbaar Ministerie eiste zijn uitwijzing, maar daar stak de rechtbank een stokje voor. Volgens de Zweedse wetgeving moet een misdrijf “uitzonderlijk ernstig” zijn om een vluchteling te mogen uitzetten. Bovendien moet de persoon “een ernstige bedreiging voor de openbare orde en veiligheid” vormen.
Het Hof van Beroep van Boven-Norrland oordeelde dat de verkrachting van Meya niet zwaar genoeg was om uitwijzing te rechtvaardigen. “Verkrachting wordt in veel gevallen beschouwd als een uitzonderlijk ernstig misdrijf dat tot uitwijzing van een vluchteling zou kunnen leiden, maar er moet een beoordeling worden gemaakt op basis van alle omstandigheden in het individuele geval”, schreef het hof in zijn uitspraak. De rechtbank verwees daarbij expliciet naar de “aard en duur van het misdrijf”.
“Gezien de aard en duur van het betreffende misdrijf, is het hof van oordeel dat hoewel het misdrijf ernstig is, het geen uitzonderlijk ernstig misdrijf vormt dat een uitwijzingsbevel voor Yazied Mohamed zou rechtvaardigen. Het verzoek tot uitwijzing wordt daarom afgewezen”, aldus het vonnis.








Als dit mijn dochter zou overkomen dan wees ik deze brave vluchteling zelf wel uit, naar een plaats waar nog niemand is van teruggekeerd. (of zou het verhaal van Jezus toch waar zijn?)