De politieke activist Alberto Alemanno heeft een klacht ingediend tegen de Zweedse Europarlementariër Jörgen Warborn. De inzet? Een vermeend belangenconflict, omdat Warborn tegelijk voorzitter is van SME Europe én rapporteur voor het Omnibus-pakket rond administratieve vereenvoudiging. “Wanneer de persoon die verantwoordelijk is van het uitkleden van beschermingen qua leefmilieu en sociale rechten een lobbygroep leidt die vraagt dat die rechten afgebouwd zouden worden dan wordt democratie een schijnvertoning”, hekelt Alemanno.
Geen advertenties meer?
Ingelogde abonnees steunen niet alleen een van de enige kritische en onafhankelijke media, maar zien ook geen vervelende advertenties. Abonneer je snel en eenvoudig en krijg meteen toegang tot vele duizenden exclusieve artikelen!
Maak hieronder je keuze voor het gewenste abonnement:
Liever ook op papier? Bekijk alle abonnementen!
Het doorlopend abonnement wordt automatisch verlengd voor steeds één maand.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een online abonnement van 3 maanden via een eenmalige betaling.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een eenmalige betaling en je zit een jaar goed.
Log hieronder in om dit bericht volledig te lezen. Ben je al ingelogd, kijk dan op je account of je nog een actief abonnement hebt.
De klacht komt van tien organisaties, aangevoerd door The Good Lobby en Transparency International. Samen ontvingen ze tussen 2018 en 2024 maar liefst 6,65 miljoen euro aan Europese subsidies. Ze verwijten Warborn dat hij op 29 april tweemaal sprak als voorzitter van SME Europe en drie uur later als rapporteur in het Europees Parlement optrad. Een wandeling van welgeteld vijf minuten scheidde beide optredens.
Verwarring over functies en organisaties
Maar daar zit meteen de angel. SME Europe is géén lobbyorganisatie voor kmo’s, maar een clubje van christendemocratische politici die zelf ondernemer zijn bij een klein of middelgroot bedrijf. Ze ontvangen geen cent Europese subsidies en beweren ook niet het middenveld te vertegenwoordigen – in tegenstelling tot Alemanno’s organisaties. Bovendien heeft de functie van rapporteur vooral symbolische waarde: extra zichtbaarheid en vergoedingen, maar weinig échte invloed op wetgeving. Die wordt bepaald door stemverhoudingen in commissies en plenaire vergaderingen.
De ngo’s lijken SME Europe te verwarren met échte lobbygroepen zoals European Entrepreneurs CEA-PME, die wel bedrijfsbelangen behartigen. “Burgers hebben het recht op wetgevers die het algemeen belang dienen en niet bedrijfsbelangen vermomd als parlementair werk”, stelt Alemanno. Maar de vraag blijft: mogen verkozen politici-ondernemers dan helemaal niet opkomen voor hun eigen beroepsgroep? De hele klacht oogt als een poging om christendemocratische politici-ondernemers de mond te snoeren, terwijl gesubsidieerde linkse organisaties zelf volop lobbyen vanuit Europese belastinggelden.
Meer over subsidies







