Van de 62 relschoppers die op 14 oktober in Brussel werden opgepakt, kwamen er enkele uit het buitenland. Onder hen bevonden zich Fransen en een Italiaan. Een opmerkelijke vaststelling die bij Vlaams Belang-Kamerlid Alexander Van Hoecke vragen oproept over de internationale dimensie van extreemlinks geweld in België.
De rellen van 14 oktober in Brussel escaleerden snel toen volledig in het zwart geklede relschoppers het kantoor van de Dienst Vreemdelingenzaken viseerden. Ramen werden ingegooid, de toegangsdeur werd bestormd en ook het Hilton-hotel aan Brussel-Centraal liep aanzienlijke schade op. De politie zag zich genoodzaakt het waterkanon en traangas in te zetten om de situatie onder controle te krijgen. In totaal werden 56 personen administratief en 6 mensen gerechtelijk aangehouden. Ze zijn ondertussen allemaal weer vrijgelaten.
Internationale coördinatie van extreemlinks geweld
Vlaams Belang-Kamerlid Alexander Van Hoecke vroeg bij minister van Justitie Annelies Verlinden (cd&v) informatie op over de nationaliteit van de aangehouden relschoppers. “Daaruit blijkt wat we al langer vermoedden,” reageert hij. “Extreemlinkse organisaties met vertakkingen in het buitenland roepen actief op om rel te komen schoppen bij betogingen. Het geweld dat we keer op keer zien in de marge van grotendeels vreedzame betogingen is georganiseerd en aangestuurd.”
Van Hoecke en zijn partij pleiten er al veel langer voor om organisaties zoals Antifa op de terreurlijst te plaatsen. “Dit zijn gestructureerde organisaties die internationaal opereren met als enige doel onze samenleving zoveel mogelijk schade te berokkenen”, besluit hij. De aanwezigheid van buitenlandse relschoppers werpt volgens hem een nieuw licht op de aard en omvang van extreemlinks geweld tijdens betogingen in België.






