28 jaar was het geleden dat RFC Antwerp nog eens een prijs won. Voor de bekerfinale tegen Club Brugge werd de Great Old door velen dan ook kansloos geacht tegen de landskampioen. De Antwerpenaars hadden ondertussen hun halve ploeg zien vertrekken naar andere oorden, waardoor Lamkel Zé verrassend aan de aftrap kwam.
Geen advertenties meer?
Ingelogde abonnees steunen niet alleen een van de enige kritische en onafhankelijke media, maar zien ook geen vervelende advertenties. Abonneer je snel en eenvoudig en krijg meteen toegang tot vele duizenden exclusieve artikelen!
Maak hieronder je keuze voor het gewenste abonnement:
Liever ook op papier? Bekijk alle abonnementen!
Het doorlopend abonnement wordt automatisch verlengd voor steeds één maand.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een online abonnement van 3 maanden via een eenmalige betaling.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een eenmalige betaling en je zit een jaar goed.
Log hieronder in om dit bericht volledig te lezen. Ben je al ingelogd, kijk dan op je account of je nog een actief abonnement hebt.
Hij had een goeie dag en was gedurende een uur de beste speler van de Great Old. Hij is een dorpsgek, maar ook een steengoed voetballer! Ik vrees echter dat hij nooit zal genezen. Verkopen die handel, nu er nog interesse is.
Antwerpen is opnieuw een voetbalstad. Beerschot speelt ook in de eerste klasse volgend seizoen en daar ben ik zeer blij om. Het heeft zeven seizoenen geduurd vooraleer ‘de Mannekes’ terug waren in onze hoogste klasse, nu de Jupiler Pro League. Een ding is zeker, volgend jaar is er opnieuw een Antwerpse derby. Ik speelde graag op ‘het Kiel’. Ik beleefde er het schoonste moment uit mijn voetballersloopbaan.
Hans Croon, onze nieuwe trainer, had de gewoonte om mij naar de vuurlijn te sturen als het niet vlotte vooraan. Later moest ik zelfs gewoon starten als midvoor. Ik heb hem eens gezegd dat ik niet genoeg werd betaald om stampen te krijgen. Ik verdiende amper genoeg om ze te geven.
“Ik haat Anderlecht”
Dan gebeurde er een mirakel! In een uitwedstrijd op het Kiel werden we door een jong manneke van het kastje naar de muur gespeeld. Zijn naam was Juan Lozano. Ik had er nog nooit van gehoord. Met de rust stonden we 3-0 achter. De Beerschot-supporters geloofden hun ogen niet. Ik werd natuurlijk naar voren gestuurd. Ik herhaal dat ik niet naar Lourdes of Scherpenheuvel ben geweest, maar in iets minder dan vijf minuten scoorde ik wel drie keer, een loepzuivere hattrick en nu nog altijd het record in België. Het bleef 3-3, iedereen tevreden! Maar dan liep het mis. Beerschot scoorde nog in de slotminuut. Ik moet eerlijk zijn, het kon mij geen barst schelen, ik had mijn job gedaan. Dat is natuurlijk een foutieve instelling maar… menselijk.
Ik ben daar blijven plakken op de receptie. Ik mocht aan de tafel zitten van Rik Coppens, dat kan ook iedereen niet zeggen. Rik was een Anderlechthater, dat was algemeen bekend. Na enkele pintjes besloot ik het hem te vragen: “Haat jij Anderlecht, Rik?” “Neen, maar in Antwerpen hebben we alleen maar last van ‘Brusseleirs’, nooit met Walen. In gans mijn loopbaan als speler en als trainer, heb ik slechts eenmaal gewonnen tegen Anderlecht. Dat is niet normaal. Gewoonlijk was het de arbiter die ons de das omdeed… Feitelijk is het waar: Ik haat Anderlecht!”








