De Brusselse Nederlandstalige rechtbank wees een verzoek van Afghaanse Belgen af om de Belgische staat ertoe te dwingen hun familieleden te evacueren uit Afghanistan. Dat schreef de Juristenkrant vorige week.
Nadat de Afghaanse hoofdstad Kaboel in augustus opnieuw in handen viel van de taliban, zetten de Belgische regering en het Belgische leger de evacuatiemissie ‘Red Kite’ op poten om Belgen – al dan niet van Afghaanse origine – en personen met een band met ons land te evacueren. Zo werden onder meer erkende vluchtelingen, militaire tolken en mensenrechtenactivisten geëvacueerd.
Bij die operatie werden de gangbare basisvereisten voor gezinshereniging opgeschort. Waar dit recht normaal alleen van toepassing is op echtgenoten, geregistreerde partners en minderjarige kinderen van Belgen, konden nu zowat alle familieleden mee.
De operatie werd op 25 augustus vroegtijdig beëindigd door de regering, toen verschillende inlichtingendiensten waarschuwden voor een terreuraanslag. Verschillende Afghaanse Belgen proberen nu alsnog hun familieleden te laten overbrengen, door er bij de regering op aan te dringen humanitaire visa uit te reiken.
Afghaanse Belgen trokken naar de rechtbank
Op 27 augustus werden twee dagvaardingen in kortgeding aangespannen voor de Brusselse Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg door een Afghaanse student met een Belgische verblijfstitel en een Afghaanse Belg. Beiden eisten zij dat de regering een dwangsom opgelegd kreeg om deze ertoe te bewegen hun familieleden te laten overbrengen naar België.
De Juristenkrant berichtte op 15 september dat beide verzoeken werden afgewezen door de rechtbank. Het overbrengen van niet-Belgen in de evacuatieoperatie zou geen afdwingbaar recht zijn.
De beslissing is opmerkelijk te noemen, aangezien het Brusselse gerecht eerder bekend stond om haar inschikkelijkheid. Zo oordeelden de Franstalige en Brusselse kortgedingrechters in 2019 bijvoorbeeld nog dat de Belgische regering Syriëstrijders en hun kinderen moesten repatriëren.






