Woensdag besprak de commissie voor Brussel in het Vlaams parlement de problematiek omtrent tweetaligheid in de Brusselse ziekenhuizen. Die problematiek wordt steeds erger. Vorig jaar ontving het Vlaams Meldpunt Taalklachten namelijk meer dan dubbel zo veel klachten over de gebrekkige Nederlandstalige dienstverlening van Brusselse ziekenhuizen als de jaren voordien. Op vraag van de N-VA-fractie organiseerde de commissie voor Brussel een hoorzitting, waar onder andere Luc D’Hooghe, de erevoorzitter van de Brusselse Huisartsen vzw en Marc Noppen, de CEO van UZ Brussel, kwamen spreken over de problemen in de hoofdstad.
Geen advertenties meer?
Ingelogde abonnees steunen niet alleen een van de enige kritische en onafhankelijke media, maar zien ook geen vervelende advertenties. Abonneer je snel en eenvoudig en krijg meteen toegang tot vele duizenden exclusieve artikelen!
Maak hieronder je keuze voor het gewenste abonnement:
Liever ook op papier? Bekijk alle abonnementen!
Het doorlopend abonnement wordt automatisch verlengd voor steeds één maand.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een online abonnement van 3 maanden via een eenmalige betaling.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een eenmalige betaling en je zit een jaar goed.
Log hieronder in om dit bericht volledig te lezen. Ben je al ingelogd, kijk dan op je account of je nog een actief abonnement hebt.
Annabel Tavernier, Vlaams Parlementslid voor Brussel (N-VA), geeft aan te begrijpen dat deze hoorzitting enkele keren werd uitgesteld omwille van de coronacrisis. De gezondheidssector had toen immers andere katjes te geselen. “De tweetalige dienstverlening blijft echter een pertinent probleem in onze hoofdstad en die problemen kwamen ook regelmatig naar boven tijdens de coronacrisis”, aldus Tavernier. CD&V-politica Bianca Debaets voegde eraan toe dat ze het opvallend vindt dat de openbare ziekenhuizen, die wettelijk gezien zeker tweetalig moeten zijn, de slechtste leerlingen van de klas blijken te zijn.
Uit de cijfers van het aantal klachten dat het Vlaams Meldpunt Taalklachten in 2021 ontving, blijkt dat er vorig jaar met dertien taalklachten een recordaantal werd geregistreerd. Het gemiddelde jaarcijfer van de periode 2015-2020 bedroeg zes klachten. De effectieve problematiek zal nog een pak hoger liggen: lang niet alle Nederlandstaligen die met deze problematiek in aanraking komen vinden hun weg naar het Vlaams Meldpunt Taalklachten.
Exodus van Nederlandstaligen mag geen excuus zijn
Dat bevestigt Luc D’Hooghe, die al in 1979 aan de alarmbel trok. De huisarts gaat binnenkort op pensioen en doet dat naar eigen zeggen “met gemengde gevoelens”. “We hebben de strijd voor volwaardige Nederlandstalige dienstverlening niet gewonnen”, aldus de huisarts. “We vrezen, en het gebeurt nu al, dat de Nederlandstalige patiënt het gewest zal moeten verlaten wegens een gebrek aan aanbod en zorgverlening in zijn eigen taal.” Hij vreest dat Nederlandstalige patiënten moeten uitwijken naar Vlaanderen, waardoor ziekenhuizen het excuus kunnen inroepen “dat ze toch geen Nederlandstalige patiënten hebben”. D’Hooghe wijst ook op de “culturele verschillen tussen het noordelijke en zuidelijke deel van ons land”.
Het feit dat Brussel, na Dubai, de meest multiculturele stad van de wereld is, “betekent niet dat we niet moeten blijven strijden voor onze eigen taal”, aldus D’Hooghe. “De Franstaligen doen niet anders. En de Vlaamse gemeenschap is machteloos.” Maar het heeft volgens hem vooral met mentaliteit te maken. Hij wijst naar Vorst als voorbeeld: “Sinds de komst van een bepaalde politieke kleur, zie ik hoe het OCMW eentalig Frans is geworden. Alle Nederlandstaligen zijn er buitengezwierd (sic) om er de eigen mensen neer te zetten.”
Zelfs spoeddiensten kunnen te weinig Nederlands
Daarbovenop blijkt dat 38 procent van die klachten betrekking hebben op de Brusselse spoeddiensten of mobiele interventieteams. Opvallend, gezien het feit dat alle Brusselse spoeddiensten en mobiele interventieteams wettelijk gezien een tweetalige dienstverlening – in het Nederlands en het Frans – moeten kunnen aanbieden. Dat is absoluut niet het geval. “Buiten de VUB zijn alle intensive care-afdelingen ééntalig Frans en mag je van geluk spreken als er een Nederlandstalige verpleegster van dienst is”, klaagt D’Hooghe aan. “Tijdens de Covid-pandemie is dat zeer duidelijk geworden.”
“Het is niet alleen een principiële kwestie, het is vaak ook een kwestie van leven of dood”, aldus Tavernier. “Eigenlijk is het een regelrechte schande dat mensen in een acute noodsituatie niet geholpen kunnen worden in hun eigen taal. Zelfs Nederlandstaligen met een goed begrip van het Frans zijn vaak verre van thuis in het medische jargon dat gebruikt wordt, wat kan leiden tot misverstanden met een fatale afloop.”
(Lees verder onder de Tweet.)
Schrijnend voorbeeld
Marc Noppen, de CEO van het UZ Brussel, bracht een schrijnend voorbeeld van de taalproblematiek mee naar het Vlaams Parlement. Een dame met een acuut medisch probleem werd door een MUG opgehaald. Zelf wilde ze naar een Nederlandstalig ziekenhuis gebracht worden, maar dat was niet mogelijk. Ze werd naar het Erasmusziekenhuis in Brussel gebracht, dat volledig Franstalig is. De dame overleed in het ziekenhuis. “Het hele weekend werd door het ziekenhuis niemand van de familie verwittigd”, staat te lezen in de brief. Pas maandag kreeg een poetshulp bij de dame thuis telefoon van de spoedarts van Erasmus. Die kon enkel Frans, maar tijdens dat moeizame telefoongesprek werd uiteindelijk duidelijk dat de dame in kwestie overleden was.
“Dat dit op 8 mei 2022 nog kan, dat is een schande”, reageert Noppen. “Diegenen die hier moeten zitten, zitten hier niet. De collega’s hier doen wel hun best om die principes zo veel mogelijk te volgen. En ik kan er niet bij dat, sorry voor de vergelijking, de gemiddelde voetballer of wielrenner die in een Vlaamse ploeg terechtkomt binnen het jaar redelijk Nederlands spreekt. Maar dat iemand die negen of twaalf jaar gestudeerd heeft er nog niet in slaagt om een minimum aan respect te tonen tegenover de patiënt die hij moet verzorgen, dat begrijp ik helemaal niet.”

Te weinig Nederlandstalige huisartsen
Het tekort aan Nederlandstalige huisartsen is eveneens een probleem in de hoofdstad. In 2019 waren er slechts 155 huisartsen ingeschreven op de Nederlandse taalrol. Op tien jaar tijd kwamen er amper 23 bij. Nu zijn het er nog 139. Luc D’Hooghe, de erevoorzitter van de Brusselse Huisartsen vzw, bevestigt: “Minder dan 50 procent van alle Brusselaars heeft een vaste huisarts. Door pensionering en overlijden is er een gebrek aan Nederlandstalige huisartsen. Het aantal artsen van 65 jaar en ouder dat nog beroepsactief is, zoals ikzelf, is bijna even groot als die in de leeftijdscategorie tussen 45 en 54. Dat betekent dat een groot deel van de huisartsen binnenkort op pensioen gaat.”
Een ander heikel punt heeft betrekking op de wachtdiensten. “Het komt nog te vaak voor dat er bij de wachtdienst geen enkele Nederlandskundige arts aanwezig is”, aldus Tavernier. Terwijl bijna alle Nederlandstalige artsen gecertificeerd tweetalig zijn (en dus ook Franstalige patiënten kunnen behandelen), geldt dat slechts voor 4 procent van de Franstalige artsen. “Buiten de centrale wachtposten zijn alle andere vijf wachtposten ééntalig Frans”, bevestigt Luc D’Hooghe.
Struikelblokken
Peter Fontaine, de algemene directeur van de Europa Ziekenhuizen, geeft aan dat er toch heel wat struikelblokken zijn die de bescherming van Nederlandstalige patiënten tegenhoudt. Zo kost het volgens hem heel veel geld om dat taalbeleid te implementeren. “Enkel de taalcoach is gesubsidieerd”, aldus Fontaine. “Maar we geven zelf incentives aan personeel als ze een bepaald niveau van de andere landstaal halen. Vandaag is dat een gsm-abonnement, maar we gaan dat misschien veranderen.” Veel kosten voor het taalbeleid worden niet gesubsidieerd en moeten de ziekenhuizen zelf bekostigen. “Alles tweetalig opmaken vraagt een enorme inspanning en kost”, vervolgt Peter Fontaine. “De taalopleidingen worden maar gesubsidieerd tot op een zeker niveau. Masteropleidingen kunnen geen aanspraak maken op gesubsidieerde taallessen.”
Er zijn heel wat samenwerkingen, onder andere met het Huis van het Nederlands. Ook op vlak van rekrutering proberen de Europa Ziekenhuizen rekening te houden met de taalkennis van een kandidaat. “Maar als je vandaag een verpleegkundige zoekt en vindt, neem je die vandaag de dag gewoon aan, los van welke taal die spreekt.” Er heerst namelijk een nijpend personeelstekort in de zorgsector. “Heb hebben van handen op de werkvloer heeft momenteel prioriteit.”
Daarnaast geldt ook het feit dat Nederlandstalige verpleegkundigen steeds minder naar Brussel komen. Alexandre Deschuymere, de CEO van het Sint-Jan Ziekenhuis, gaf ongeveer dezelfde problematiek aan. In zijn ziekenhuis zijn de problemen veelvuldig aanwezig, “maar er wordt aan gewerkt met taalcoaches die direct op het werkveld actief zijn”.
Gebrek aan politieke wil in Brussel
Dat het lang niet de eerste keer is dat deze problematiek in het parlement besproken wordt, frustreert Tavernier des te meer. “We kunnen niet anders dan vaststellen dat we nu al meerdere decennia kampen met hetzelfde probleem. De ziekenhuizen in Brussel zijn te weinig Nederlandstalig”, hekelt ze. “Ik kan alleen maar vaststellen dat er een duidelijk gebrek is aan politieke wil bij de Brusselse regering om dit probleem aan te pakken. Het is een thema dat we vanuit Vlaanderen al decennialang op de politieke agenda plaatsen, maar waar door andere overheden nog nooit echt op gereageerd is geweest.”
Volgens Brussels parlementslid Gilles Verstraeten (N-VA), is het eigenlijk aan de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie om deze hoorzitting te organiseren. “Ik denk dat meneer Maron en mevrouw Van den Brandt (beiden Brussels minister van Gezondheid en Welzijn, red.) goed genoeg weten wat ik er van vind. Ik stel regelmatig vragen aan meneer Maron over deze problematiek, en dat hij daar verantwoordelijkheid voor zou nemen of deze problematiek ernstig zou nemen, moet voor mij nog blijken uit de debatten die ik met hem gehad heb.”
“Niet alle ministers en burgemeesters zijn tweetalig”
Elke Van den Brandt heeft dan wel officieel die post – zodat er Nederlandstalige én Franstalige vertegenwoordiging is -, in de praktijk laat ze Gezondheid en Welzijn volledig over aan de Franstalige Alain Maron (Ecolo). Over die minister is al langer ontevredenheid, zo ook bij Bart Somers over de verplichte inburgering. Het lijkt duidelijk dat taalwetgeving en de taalproblematiek geen prioriteit zijn voor de Ecolo-minister. Els Ampe (Open Vld) wijst erop dat het probleem al begint in het onderwijs, maar ook in de politiek. “Wij verwachten van elke verpleegster dat ze tweetalig is, maar niet alle ministers en burgemeesters zijn het. Eigenlijk zouden zij het voorbeeld moeten tonen en tweetalig moeten zijn voordat ze in functie komen.”
De problematiek rond tweetalige dienstverlening stopt niet bij de ziekenhuizen en huisartsen. Ook aan OCMW’s, apothekers, overheidsdiensten en loketten worden Nederlandstaligen het slachtoffer van taaldiscriminatie. Meer over tweetalige dienstverlening leest u hier.







