Het is 18 november 1978. 918 mensen plegen zelfmoord in een afgelegen nederzetting genaamd Jonestown. De nederzetting was de verblijfplaats van de Amerikaanse sekte Peoples Temple. De sekte werd geleid door Jim Jones. Hij verspreidde berichten die overeenkomen met elementen uit het christendom, gecombineerd met een socialistische en communistische ideologie. Gelijkheid tussen rassen was ook een belangrijk punt voor Peoples Temple. De sekte zou zo’n 3000-5000 leden gehad hebben.
De leden van Peoples Temple zochten een verblijfplaats buiten de VS om hun activiteiten verder te zetten, dus verplaatsten ze zich naar Guyana in Zuid-Amerika. De nederzetting was voor Jones en zijn volgelingen een “socialistisch paradijs”.
Massazelfmoord
Op 18 november 1978 liep het echter allemaal mis. Een Amerikaans afgevaardigde reisde met een aantal journalisten af naar Guyana om geruchten over misbruik in de nederzetting te onderzoeken. De afgereisde groep werd doodgeschoten door volgelingen van de sekte.
Die avond beviel Jones zijn volgelingen om zelfmoord te plegen door een frisdrankje met cyanide op te drinken. 918 mensen stierven, waaronder 276 kinderen. Sommige leden weigerden om het drankje op te drinken. Zij werden geïnjecteerd met cyanide, waaronder veel kinderen. Jones pleegde zelfmoord door zichzelf in het hoofd te schieten. Enkele volgelingen wisten te ontsnappen in de jungle.