Het is 5 december 1798. Er komt een einde aan de Boerenkrijg, de volksopstand in de Zuid-Nederlandse gebieden tegen de Franse bezetting. Het Brabantse Katholieke Leger werd door verraad verslagen na een achtervolging van Herentals tot in Hasselt.
De Boerenkrijg brak uit in oktober 1798, aangewakkerd door de invoering van de conscriptiewet, waarmee de Franse Republiek jonge mannen verplichtte tot militaire dienst. De weerstand was hevig, vooral in landelijke Vlaamse gebieden waar boeren zich verenigden in ongeorganiseerde milities, de zogenaamde ‘brigands’. Gewapend met jachtgeweren, hooivorken en messen voerden zij een guerrillaoorlog tegen de veel beter bewapende Franse troepen.
Turnhout
Eerst boekten de brigands enkele successen, waaronder de inname van Turnhout op 27 oktober 1798. Maar de Franse troepen sloegen hard terug. In een reeks veldslagen, waaronder de slag bij Hasselt, werden de Vlaamse opstandelingen volledig verslagen. De Fransen voerden massale represailles uit, met honderden executies en deportaties als gevolg. In totaal zouden er zo’n 15.000 doden gevallen zijn door de opstand en de repressie.
De Boerenkrijg is uitgegroeid tot een symbool van Vlaamse weerstand en identiteit. Op veel plaatsen in Vlaanderen zijn er monumenten die dienen als herdenking aan de opstand tegen de Franse bezetters. De grootste leiders van de opstand kwamen uit de Kempen, uit dorpen en steden als Turnhout, Bonheiden en Westerlo.
Rollier, Corbeel, Van Gansen.
Keer terug.