Er zijn slechts een handvol boeken die door mijn handen gingen, waarbij het ontzag voor de inhoud me er lange tijd van hebben weerhouden mijn moed bijeen te rapen om ze te recenseren. Gelukkig is de boodschap voldoende tijdloos om het niet aan relevantie te doen verliezen. U zal me vergeven dat deze recensie slechts een minimum aan inzichten kan delen. Een hartelijke oproep om dit diepgravend, uitdagend en rijk filosofisch betoog aan te schaffen, als dat nog niet duidelijk mocht zijn.
Andreas Kinneging (1962) is een Nederlandse politicoloog en filosoof, gespecialiseerd in politieke theorie, ethiek en klassieke tradities. Hij doceert aan de Universiteit Leiden en staat bekend om zijn kritische reflecties op moderniteit, mensenrechten en de teloorgang van traditionele deugden. Kinneging pleit namelijk voor een herwaardering van de klassieke wijsheid en de maatschappelijke structuren als tegenwicht tegen de hedendaagse ideologieën.
Vrij, maar verantwoordelijk
Centraal in zijn denken staat de mens als handelend wezen met een vrije keuze. De metafoor van Hercules symboliseert de vele morele keuzes die een mens moet nemen. Daarbij benadrukt de auteur het belang van verantwoordelijkheid en zelfbeheersing.
Traditie en deugd als antwoord op het modernisme
Inspiratie haalt de academicus uit de Klassieke denkers, van het Antieke Griekenland tot de renaissance. Hij plaatst deze intellectuele school tegenover de moderniteit, zowel Verlichting als Romantiek. Problematisch is dat het modernisme geen klassiek onderscheid meer maakt tussen goed en kwaad; niet toevallig is ‘Geografie van goed en kwaad’ de titel van een eerder boek van deze auteur. Het biedt in ruil slechts abstracte concepten als mensenrechten. Deze zijn echter hol, want die rechten gaan niet gepaard met plichten en deugden, zoals ijver, gematigdheid en vergevingsgezindheid. Het boek poneert dat deze ideologie daarmee het individualisme heeft aangewakkerd en zo het gemeenschapsleven uitgehold.
De duistere Verlichting
Een tweede vrucht aan de ‘boom van de moderne kennis’ is het moreel relativisme. Wie alle waarden subjectief maakt, creëert een moreel vacuüm. Een ideaal speelveld waarin de sterksten en de besten gedijen, niet de goeden. De morele standaard die het christendom ons vele eeuwen bood is sinds de Reformatie onder vuur gekomen. Foute keuzes van het Vaticaan uit een ver verleden zijn voldoende voor de moderne beeldenstormers om het religieuze kind met het badwater weg te keilen. Samen met auteurs als Michael Burleigh onderstreept Kinneging dat het rationalisme de mens niet wijzer heeft gemaakt.
Met de Verlichting gingen de oude machtsevenwichten tussen de feodale standen op de schop en kwam een meer absolutistisch politiek systeem. Wanneer de controles op de staat verdwijnen ligt de weg open voor willekeur, terreur en machtsmisbruik. Van de Killing Fields (Rode Khmers) over de Goelag-archipel (Sovjet-Unie) tot de bloedige wereldoorlogen: de wild vertakte ideologieën van de Franse Revolutie hebben de samenleving niet beter gemaakt.
Het is een les die Kinneging ons meegeeft: “Onthou dat de menselijke natuur onveranderd blijft en neigt naar zonde en foute keuzes. Blijf daarom leren van de wijzen uit het verleden, van onze overgeërfde cultuur en tradities.” Grote denkers als Homerus en Tocqueville kunnen dienen daarbij als voorbeelden van wijsheid, rechtvaardigheid en moed. Die laatste waarschuwt tevens voor de gevaren van democratie zonder traditie.
Pijlers voor een deugdzame samenleving
Moeten we dan ons heil vinden in de Romantiek? Tenslotte is deze toch een reactie op de uitwassen van de Verlichting? Kinneging is alvast van oordeel van niet. Het centraal stellen van het innerlijke leven en de emotie biedt geen stabiele basis voor de opbouw van een maatschappij. We mogen onszelf niet als de normatieve maatstaf nemen, maar dienen als sociaal dier (Aristoteles) naar buiten gericht: in de liefde naar ons gezin en gemeenschap.
Vandaar dat Kinneging het belang benadrukt van instituties als gezin, religie en aristocratie. Die laatste ziet hij als een elite van deugdzame leiders, die plichtsbewust het groter belang dienen. Deze instituties stelt hij als tegenwicht tegen een almachtige staat. Geatomiseerde, per definitie ongeorganiseerde individuen zijn immers onmachtig tegen een dominante staatsbureaucratie. Het streven naar het goede en een gezond controlemechanisme in het bestuur, het zijn twee belangrijke lessen die ik uit dit verbluffend werk meeneem.
Andreas Kinneging, ‘Hercules op de tweesprong’. Prometheus, 2023. 576 p., 40,00 euro. ISBN 9789044654134