Slechts 35 procent van de ondervraagde Duitsers is de mening toegedaan dat Oost- en West-Duitsland “intussen in hoge mate vergroeid zijn tot één volk”. Dat blijkt uit een Forse-peiling die werd uitgevoerd in opdracht van de Bundesstiftung zur Aufarbeitung der SED-Diktatur (Stichting voor de verwerking van de SED-dictatuur).
In 2019 dacht nog de helft van de ondervraagde burgers dat de Duitsers tot één volk waren gegroeid. In de actuele bevraging overwegen bij 61 procent vandaag echter de factoren die de bevolkingsgroepen van elkaar onderscheiden. In Oost-Duitsland ligt dit percentage zelfs op 75 procent.
Opvallend is het verschil in eenheidsgevoel tussen de generaties. Ongeveer de helft van de min-30-jarigen vindt dat de Duitsers één volk zijn. Dat gevoel leeft nog bij 40 procent van de burgers tussen 30 en 60 jaar, maar is slechts aanwezig bij 25 procent van de zestigplussers.
De percentages verschillen ook naargelang de politieke gezindte. 45 procent van de CDU-kiezers vinden dat burgers in oost en west naar elkaar toegegroeid zijn, 35 procent van de kiezers van Die Linke en 36 procent van de AfD-kiezers. Bij SPD-kiezers en aanhangers van de Grünen ligt het percentage slechts op 29 procent.
Eenheidsgevoel is belangrijk voor verwerken van DDR-verleden
Het ging in de bevraging ook om andere thema’s. Want als de Duitse geschiedenis sinds 1945 wordt herinnerd, is het goed dat niet enkel de opdeling en hereniging van 1989/1990 in het middelpunt staan, vindt 91 procent van de Duitsers. Het is goed dat er aandacht is voor de ontwikkelingen in het vroegere West- en Oost-Duitsland. 85 procent van de ondervraagden meent dat het belangrijk is de DDR en de SED-dictatuur te behandelen. Die moeten bijvoorbeeld in het onderwijs en in de publieke ruimte meer aan bod komen.
Vooral voor de jonge generatie, die de val van de Muur niet heeft beleefd, is deze discussie belangrijk: dat vindt 95 procent van de min 30-jarigen in Duitsland. De directrice van deze Bundesstiftung, Anna Kaminsky, duidde het belang van deze herinnering als volgt: “Als het eenheidsgevoel afneemt, wordt de gemeenschappelijke historische discussie belangrijker. Herinnering wordt dan het nieuwe integratieproject, dat voor verbinding moet zorgen, op een moment waarop sociale en economische verbinding niet meer voldoende zijn”.
De verwerking van het DDR-verleden wordt daarmee een belangrijke opdracht voor de toekomst, omdat een gemeenschappelijke herinnering de sterkste band in een maatschappij creëert.
Meer over Duitsland