De afgelopen weken ging het ineens snel. De technocraten van de Europese Commissie incasseerden oorveeg na oorveeg. Het verbod op auto’s met verbrandingsmotoren: afgevoerd. Confiscatie van de Russische tegoeden bij Euroclear: afgevoerd. De Italiaanse premier Giorgia Meloni preutelde en weigerde het Mercosur-handelsakkoord goed te keuren. Uitgesteld. Keert de wal het schip of is het maar schijn?
Geen advertenties meer?
Ingelogde abonnees steunen niet alleen een van de enige kritische en onafhankelijke media, maar zien ook geen vervelende advertenties. Abonneer je snel en eenvoudig en krijg meteen toegang tot vele duizenden exclusieve artikelen!
Maak hieronder je keuze voor het gewenste abonnement:
Liever ook op papier? Bekijk alle abonnementen!
Het doorlopend abonnement wordt automatisch verlengd voor steeds één maand.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een online abonnement van 3 maanden via een eenmalige betaling.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een eenmalige betaling en je zit een jaar goed.
Log hieronder in om dit bericht volledig te lezen. Ben je al ingelogd, kijk dan op je account of je nog een actief abonnement hebt.
De Belgische premier Bart De Wever (N-VA) werd in eigen land gevierd als een overwinnaar. Een soort Asterix die de Brusselse Caesar een oplawaai verkocht. De Commissie had haar smerigste trucs bovengehaald. Een smeercampagne in de media.
Oekraïense en andere bots die online België en haar premier zwart maakten. Pro-EU-professoren met gesubsidieerde leerstoelen EU-recht draafden op in de media. Het hele technocratische EU-netwerk draaide overuren en zelfs na de nederlaag spuiden sommigen hun gif en spuwden hun bittere gal in de media.

Weerstand tegen technocraten
De technocraten in de EU ervaren toenemende weerstand door de opkomst van populistische partijen. Tenminste dat is in het algemeen de analyse van de kritiek op hun aanpak. Het gaat dan over de beroemde kloof tussen de technocratische elite en de burger. Een gapende kloof die vooral bij verkiezingen en referenda telkens zeer duidelijk zichtbaar wordt.
Op sociale media triomferen tegenstanders van Ursula von der Leyen of van de Europese Unie bij elk klein haperingetje van de machine. Elke zandkorrel in de raderen wordt gevierd als een overwinning. Telkens hameren ze een nagel extra in de doodskist van het monster dat ze spottend EUSSR noemen, verwijzend naar de Engelse afkorting voor de voormalige Sovjetunie.
Alleen die triomf blijkt een illusie. De recente ontwikkelingen tonen echter geen reeks duidelijke nederlagen van de EU in 2025, maar eerder aanpassingen aan druk van externe krachten en interne kritiek.
Een terechte kritiek richt zich op verminderde democratische controle en de toenemende bureaucratie. Technocratische elites in Europa verliezen terrein door een gebrek aan democratische legitimiteit, economische crises en groeiende onvrede onder burgers over globalisering en bureaucratie. Die trend is wel zichtbaar en wordt soms gezien als een heropleving van het nationalisme tegenover het multilateralisme dat sinds de Tweede Wereldoorlog de belangrijkste geopolitieke trend was. Een nieuwe wereldorde met overleg in intergouvernementele organisaties zoals de Europese Unie, de NAVO of de Verenigde Naties.
Historische oprispingen
In die historische context zijn de kleine haperingen niet belangrijker dan oprispingen van regeringsleiders zoals de Franse president Charles De Gaulle met zijn lege stoel in de NAVO en zijn verbaal verzet tegen toetreding van de Britten tot de Europese Economische Gemeenschap (EEG). Of de “I want my money back” van de Britse premier Margaret Thatcher en de opt-out bij het Verdrag van Maastricht van haar opvolger John Major.
Feit is dat de nationale parlementen en regeringen macht hebben afgestaan aan een technocratisch EU-netwerk. Dat leidde tot verlies van beleidsruimte. Wat op zijn beurt een verlies van vertrouwen bij kiezers opleverde. Dit voedde populisme, zoals de pro-EU-academici en editorialisten het noemen. Eigenlijk bedoelen ze eurosceptische partijen, maar populisme is een eenvoudiger belediging die niet met te veel argumenten onderbouwd moet worden, wat bij andere fraaie scheldnamen zoals poujadisme, neoliberalisme of fascisme wel onvermijdelijk is.
Populisme als verzamelnaam
Die eurosceptische partijen wonnen bij Europese verkiezingen en referenda over EU-kwesties. Verkiezing na verkiezing eindigt vaak in nederlagen voor pro-EU-posities. Eurofiele technocraten worden gezien als grootste vijand van de EU door burgers die bureaucratie en immigratiebeleid afwijzen.
Dankzij dat afwijzen van immigratiebeleid kunnen alle eurosceptici gemakshalve als racisten, extreemrechts en populisten weggezet worden. Zelfs als het in veel lidstaten van de EU al om een kwart tot een derde van de kiezers gaat. Kiezers die steeds vaker zelf verwijzen naar hun keuze voor gezond verstand versus ideologische kaartenhuisjes, economische zelfmoord of woke-luchtkastelen.
Pompeuze speech met aanpassingen
Laten we de recente ontwikkelingen in 2025 eens onder de loep nemen. Tijdens de jaarlijkse pompeuze speech van de voorzitster van de Europese Commissie in het Europees Parlement viel één en ander op. Los van het feit dat dit van de VS afgekeken propagandamoment eigenlijk een regeerverklaring is van een Commissie die geen EU-regering is, maar een politiek benoemd college van ambtenaren.
Tijdens die Staat van de Unie benadrukte Ursula von der Leyen onafhankelijkheid in economie, technologie en defensie, met investeringen in AI en schone industrie. De EU overweegt uitstel van strenge AI-wetgeving onder druk van de VS en techbedrijven om innovatie niet te hinderen. Het Commissiewerkprogramma 2025 richt op snellere, eenvoudigere regels voor de interne markt en digitale infrastructuur.
Dat zijn stuk voor stuk punten waar de Commissie terugkomt op haar bureaucratische en technocratische aanpak van de afgelopen jaren. Alleen doet ze dit op bureaucratische en technocratische wijze. De belangrijkste vraag is of die gedwongen aanpassingen de reality check zullen overleven.
Kritiek van links én rechts
De kritiek komt trouwens niet enkel van rechtse partijen. De post-kapitalistische beweging van de Griekse communist Yannis Varoufakis, DiEM25, bekritiseert vanuit een duur kantoor in de Wetstraat in de Europese wijk de EU als technocratische superstaat geregeerd per decreet. Vanuit zijn ervaring als Griekse minister hekelt de econoom vooral de Trojka als symbool van ongekozen macht. Tijdens de Europese staatsschuldencrisis vanaf 2010 stond de Trojka voor het trio van de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank (ECB) en het Internationaal Muntfonds (IMF) die toezicht hielden op bailout-landen als Griekenland.
In alle westerse landen is de perceptie van de democratie of het democratische gehalte negatief. Burgers tonen ontevredenheid en klagen over ongelijkheden. De zogenaamde populisten van links en rechts kanaliseren die woede over technocratische dominantie. Wanneer technocraten internationale organisaties verdedigen, krijgt men altijd die klaagzang te horen over populisten.
Een logische redenering voor iemand die nooit verkozen werd om alles te steken op de popular vote of het gepeupel. Dat neerkijken op de kiezer is een van de minder fraaie kantjes van de technocratische ambtenaren met immense lonen, royale pensioenregelingen en fiscale voordelen.
Meloni, De Wever en Macron: geen populisten
Het probleem met die populisme-analyse is natuurlijk dat men in het geval van de Belgische premier Bart De Wever (N-VA), diens Italiaanse collega Giorgia Meloni en zelfs de Franse president Emmanuel Macron (nota bene een voormalige socialist die zijn eigen macronistische beweging binnen de linksliberale Europese Renew-partij manoeuvreerde) bezwaarlijk populisten kan noemen.
Trouwens met dat euroscepticisme van De Wever en Meloni valt het overigens reuze mee. Ze steunden keer op keer Ursula von der Leyen tijdens vertrouwensstemmingen. Weliswaar omwille van een zeer prozaïsche reden. Geen van de beide premiers wilde een andere Europees commissaris in de Commissie Von der Leyen 2. Omdat die functie meeweegt als een ministerportefeuille en ze dan een hele stoelendans zouden meemaken in hun regering die sowieso al een complexe coalitie met wankele evenwichten is. Aangezien Von der Leyen wegstemmen betekende om de hele commissie weg te stemmen, kozen ze eieren voor hun geld en stemden voor.
Pyrrusoverwinningen
Die fameuze nederlagen die de Europese Commissie incasseerde, lijken nader beschouwd toch eerder Pyrrusoverwinningen. Het verbod op de verkoop van auto’s met verbrandingsmotor is afgevoerd, maar het verbod op de verkoop van fossiele brandstoffen niet. De Green Deal zou afgezwakt worden, maar wordt enkel cosmetisch bijgestuurd. De deal met Mercosur is gewoon een half jaar uitgesteld.
De confiscatie van de Russische tegoeden is dan wel van de baan, maar de Commissie bekwam in ruil iets waar ze al decennia voor ijverde en nooit kreeg: eurobonds. Europese schulden die uit de eigen middelen, namelijk de EU-begroting, moeten betaald worden. Aangezien de EU die 90 miljard euro voor Oekraïne op de internationale financiële markt moet ophalen, zal ze die moeten terugbetalen met hetzij hogere bijdragen van de lidstaten, hetzij Europese belastinginkomsten.
Dus de technocraten verkregen zowel EU-belastingen als EU-schulden. Niet echt een fraaie overwinning van eurosceptici. Toch is het weerwerk van bepaalde lidstaten tegen de Europese Commissie van een onschatbare symbolische waarde. Al was het maar om de technocratische arrogantie te temperen.







