Coalitiepartner CD&V is niet opgezet met hoe een deel van het noodfonds cultuur door bevoegd minister Jan Jambon (N-VA) werd uitgedeeld. Dat schrijft De Morgen.
Geen advertenties meer?
Ingelogde abonnees steunen niet alleen een van de enige kritische en onafhankelijke media, maar zien ook geen vervelende advertenties. Abonneer je snel en eenvoudig en krijg meteen toegang tot vele duizenden exclusieve artikelen!
Maak hieronder je keuze voor het gewenste abonnement:
Liever ook op papier? Bekijk alle abonnementen!
Het doorlopend abonnement wordt automatisch verlengd voor steeds één maand.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een online abonnement van 3 maanden via een eenmalige betaling.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een eenmalige betaling en je zit een jaar goed.
Log hieronder in om dit bericht volledig te lezen. Ben je al ingelogd, kijk dan op je account of je nog een actief abonnement hebt.
Het gaat om premies van 2.000 tot 20.000 euro, uit een totaal van 35 miljoen aan premies. Er zou geen kwalitatieve of inhoudelijk beoordeling aan de toekenning van de culturele activiteitenpremies zijn voorafgegaan. De premies werden verdeeld volgens het ‘first come, first served’-principe.
“Helikoptergeld”
“We begrijpen dat de minister snel wilde schakelen”, zegt Vlaams Parlementslid Orry Van de Wauwer (CD&V). “Maar wij betwijfelen of dit geld is terechtgekomen bij de sectoren en de doelgroepen waar de nood het hoogst is.”
“Na de eerste ronde van het noodfonds, met te hoge instapdrempels, hadden wij al vruchteloos gepleit voor een grondige evaluatie. Maar er werd gekozen om de rest van het fonds als helikoptergeld rond te strooien”, zegt de CD&V’er.
“Het was een uitzonderlijke maatregel, in uitzonderlijke omstandigheden”, zegt de woordvoerder van Jambon. “Met als duidelijke opdracht: de tewerkstelling in de sector een impuls geven en het rijke culturele aanbod stimuleren. Dat staat helemaal los van grote dossiers, die op inhoud en kwaliteit worden beoordeeld.”







