De Kerstman verdwijnt dit jaar uit Plopsaland en aan de Hogeschool Utrecht worden Kerstmis en Pasen herdoopt tot ‘nationale feestdag’. Het zijn keuzes die volgens de Gentse moslimtheoloog Khalid Benhaddou niet bijdragen aan inclusie, maar net de polarisatie versterken. “Moslims zijn niet de vragende partij voor het uitwissen van kerst of pasen”, benadrukt hij.
Benhaddou stelt dat dergelijke beslissingen zelden voortkomen uit een vraag vanuit de samenleving. “Niemand op straat vroeg hierom”, schrijft hij in een uitgebreide opiniebijdrage op X. Volgens hem gaat het om een krampachtige reflex van instellingen die menen dat neutraliseren gelijkstaat aan verbinden. In werkelijkheid worden tradities uitgevlakt, waardoor er een samenleving zonder geheugen dreigt te ontstaan, argumenteert hij.
Centraal in zijn betoog staat dat moslims geen vragende partij zijn om christelijke feestdagen of symbolen te schrappen. “Moslims genieten mee van de kerstsfeer, bezoeken kerstmarkten en zien tradities als onderdeel van het gedeelde weefsel en de volkscultuur”, aldus Benhaddou. Toch ontstaat telkens opnieuw de indruk dat de islam deze veranderingen eist. Dat frame noemt hij zowel feitelijk onjuist als moreel onrechtvaardig: “Zo duw je moslims opnieuw in een verdomhoekje en voed je precies de polarisatie die je wil vermijden.”
(Lees verder onder het X-bericht.)
Weg vooruit
De moslimtheoloog wijst erop dat symbolen niet gevaarlijk zijn, maar juist bakens in onzekere tijden. Hij erkent dat sommige tradities exclusief waren en kritisch herdacht moeten worden, maar benadrukt dat het volledig uitvlakken ervan de samenleving armer maakt. Volgens hem is de échte keuze die voorligt niet die tussen Kerstman of kabouter, maar tussen angst en vertrouwen.
Benhaddou pleit daarom voor een “volwassen pluraliteit”: corrigeren waar tradities buitensluiten, maar ook ruimte laten voor de verbindende kracht van symboliek. “Verbinden wat verbindt, corrigeren wat buitensluit, maar betekenis laten bestaan. Dát is de weg vooruit”, besluit hij.
Ik kan mij vinden in zijn gedachtengang, maar steeds dat kleine stemmetje dat in mijn achterhoofd fluistert: takyya, takyya …