Minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo) blijft de taalwetgeving negeren bij de NMBS en Infrabel. Dat blijkt uit een antwoord van de minister op een vraag Kamerlid Tomas Roggeman (N-VA). De spoorbedrijven zijn al jaren zorgenkindjes als het aankomt op het correct naleven van de taalwetgeving.
Roggeman stelde een parlementaire vraag aan Gilkinet over het niet naleven van de taalwetgeving bij de aanvraagprocedure voor de gratis Railpass. Wie de gratis rittenkaart, die bedoeld was als coronasteunmaatregel, aanvroeg in het Engels, ontving automatisch een Franstalige Railpass. Een flagrante schending van de taalwetgeving, aldus Roggeman. De N-VA’er verwijst naar een advies van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT), die de klacht gegrond achtte.
In zijn antwoord verdedigt Gilkinet de situatie door te stellen dat de VCT “enkele afwijkingen” toestaat. “De NMBS zelf is echter voorstander om meer mogelijkheden te krijgen voor het gebruik van andere talen dan de taal van het gebied en andere talen dan de landstalen”, klinkt het in het antwoord van Gilkinet. “Dit in functie van de reizigers en bestemmingen en om tegemoet te komen aan de noden van de treinreizigers die, gelet op de eigenheid van de vervoersactiviteit, een heterogeen doelpubliek vormen en ten allen tijde recht hebben op volledige en duidelijke informatie. Bovendien zou een dergelijke wijziging passen in de evolutie van autonome overheidsbedrijven naar het opereren in een geliberaliseerde context, waarbij het opportuun is dat NMBS en concurrenten zoveel mogelijk eenzelfde playing field ter beschikking krijgen.”
“De taalwetgeving wordt bij het spoor al jaren met de voeten getreden. De uitspraak van de minister versterkt dit alleen maar“, reageert Roggeman.
Franstaligen oververtegenwoordigd bij spoorpersoneel
Sinds 1999 hanteren de spoorbedrijven geen taalkader meer dat de verhouding tussen Frans- en Nederlandstalige personeelsleden vastlegt, iets wat nochtans wettelijk verplicht is. Vlamingen maakten in 2021 bijvoorbeeld slechts 53 procent van het NMBS-personeel uit, hoewel Nederlandstaligen goed zijn voor zo’n 60 procent van de Belgische bevolking.
Binnen Infrabel is de scheeftrekking nog groter. Daar zijn Nederlandstalige werknemers zelfs een minderheid, met 48 procent Nederlandstaligen tegenover 52 procent Franstaligen.
De situatie komt enkel voor bij de twee spoorbedrijven en niet bij andere overheidsbedrijven. Het feit dat beide spoorbedrijven nog steeds opereren zonder geldende taalkaders zorgt ervoor dat de taalwetgeving er niet valt af te dwingen.
Roggeman klaagde de situatie in het verleden al aan en diende een wetsvoorstel in om de situatie recht te strekken. “De handhaving van de taalwetgeving faalt”, aldus Roggeman. “Dit mankement in de taalwetgeving willen wij rechtzetten, zodat de evenwichten tussen Vlamingen en Franstaligen correct gehandhaafd worden.”
Als je een treinticket koopt via internet krijg je altijd een antwoord van SNCB.
hoog tijd dat dit land geconfederaliseerd wordt.Zo kunnen de Vlamingen betalen voor hun NMBS en de franstaligen voor hun sncb.Hopelijk ontsporen de treinen niet eenmaal ze in het walenland binnen rijden