Van de 17.603 personeelsleden die eind 2021 bij de NMBS werkten was slechts 53 procent Nederlandstalig, terwijl Vlamingen 60 procent van de bevolking van België uitmaken. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams Belang-Kamerlid Frank Troosters opvroeg bij minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo).
Sinds 1999 hanteren de spoorbedrijven geen taalkader meer dat de verhouding tussen Frans- en Nederlandstalige personeelsleden vastlegt, iets wat nochtans wettelijk verplicht is. Vlamingen maakten in 2021 bijvoorbeeld slechts 53 procent van het NMBS-personeel uit, hoewel Nederlandstaligen goed zijn voor zo’n 60 procent van de Belgische bevolking. “Onze bevolking is samengesteld uit ongeveer 60 procent Nederlandstaligen en 40 procent Franstaligen. Het zou dus logisch zijn deze verhouding terug te vinden binnen onze overheidsbedrijven, maar dat is duidelijk niet het geval binnen de NMBS”, aldus Troosters.
“Nauwelijks een verrassing”
Volgens de Vlaams Belanger is de oververtegenwoordiging van Franstaligen “nauwelijks een verrassing”. Hij wijst op het feit dat nu al vijf Franstalige ministers op rij bevoegd waren voor de NMBS: Melchior Wathelet (Les Engagés), Catherine Fonck (Les Engagés), Jacqueline Galant (MR) en François Bellot (MR) en huidig minister Gilkinet.
Franstaligen vormen zelfs een meerderheid van 53 procent binnen het contingent van personeelsleden met een contractueel statuut. Bovendien bestond bestond het aantal bijkomende aanwervingen bij de NMBS in 2021 voor 48 procent uit Franstaligen. “Dat men daarbij vooral misbruik maakt van de mogelijkheid tot het contractueel aanwerven van personeel is duidelijk. Van de 312 contractuele aanwervingen was 57 procent bestemd voor Franstaligen”, aldus Troosters.
“De NMBS heeft al jaren geen taalkaders, en dat dit niet toevallig is, bewijzen deze cijfers”, aldus Troosters. “Ik zal de bevoegde minister Gilkinet ondervragen over de bestaande wanverhoudingen binnen het NMBS-personeelsbestand en aandringen op onmiddellijke maatregelen om tot een correcte invulling van het personeelsbestand te komen inzake taalverhoudingen.”
Scheeftrekking nog groter bij Infrabel
Binnen Infrabel is de scheeftrekking nog groter. Daar zijn Nederlandstalige werknemers zelfs een minderheid, met 48 procent Nederlandstaligen tegenover 52 procent Franstaligen, zo bleek al uit cijfers die N-VA-Kamerlid Tomas Roggeman enkele maanden geleden opvroeg.
De situatie komt enkel voor bij de twee spoorbedrijven en niet bij andere overheidsbedrijven. Het feit dat beide spoorbedrijven nog steeds opereren zonder geldende taalkaders zorgt ervoor dat de taalwetgeving er niet valt af te dwingen.
Bij het Leger en zeker het Consulaire Corps toch ook !