Er zijn te weinig verkiezingen. En als er verkiezingen zijn, vallen ze voor de verschillende beleidsniveaus samen. Dat is nefast voor de resultaten. Dat is de conclusie die politicoloog Bart Maddens trekt in een opiniestuk in De Tijd. Volgens hem is het plausibel dat de Franstalige socialisten aansturen op vervroegde verkiezingen, zodat de federale en regionale stembusrondes op een ander ogenblik doorgaan.
Bij de zesde staatshervorming in 2011 werd de legislatuur van de federale Kamer verlengd van vier naar vijf jaar. Dat zorgt er voor dat we van 26 mei 2019 tot 2024 een extreem lange verkiezingsloze periode beleven. Vijf jaar lang moeten de vertegenwoordigers van het volk zich niet rechtstreeks verantwoorden tegenover dat volk. En van 2024 tot 2029 zal dat nogmaals het geval zijn.
Schaarse en notoir onbetrouwbare peilingen
“Vijf jaar lang tasten we in het duister over de preferenties van de kiezers”, schrijft Maddens. Enkel peilingen kunnen een indicatie geven in welke richting de publieke opinie zich beweegt. Die zijn volgens de politicoloog echter schaars en “notoir onbetrouwbaar”. Zo zou Vlaams Belang bij de verkiezingen van 2019 onder de tien procent scoren in de peiling een maand voor de verkiezingen, maar werd er uiteindelijk afgeklopt op zestien procent.
Toch blijven politieke partijen belang hechten aan de peilingen. Zo gaf CD&V-voorzitter Joachim Coens aan er de brui aan te geven nadat zijn partij in de laatste editie van ‘De Stemming’ de kleinste partij van Vlaanderen bleek te zijn. Hoogstwaarschijnlijk heet zijn opvolger Sammy Mahdi, de huidige staatssecretaris voor Asiel en Migratie.
In 2011 redeneerde men dat samenvallende verkiezingen om de vijf jaar voor stabiliteit zouden zorgen. “De politici dachten met heimwee terug aan 1995 en 1999”, aldus Maddens. Toen was men namelijk in staat om eerst een federale regering te vormen en op basis daarvan regionaal aan de slag te gaan. “Dat resulteerde in grotendeels symmetrische coalities, waardoor het voor de traditionele partijen comfortabel besturen was.”
België is veranderd
Die tijd is echter voorbij: Vlaanderen en Wallonië drijven steeds verder uit elkaar, de federale formatiegesprekken duren onnoemelijk lang. In 2014 en 2019 was het dus zo dat de Vlaamse regering veel eerder gevormd werd dan de federale. Daardoor zit N-VA Vlaams mee aan de knoppen maar werden hun Kamerleden naar de oppositiebanken verwezen.
Ten tijde van het Vlinderakkoord waren Di Rupo en co ervan overtuigd dat een legislatuur van vijf jaar zou leiden tot daadkrachtiger bestuur, omdat er minder snel aan de volgende verkiezingen zou gedacht worden. Niets blijkt minder waar. Bart Maddens: “In een tijd zonder verkiezingen wordt kieskoorts vervangen door peilingkoorts, en die blijkt even erg.”
Samenvallende verkiezingen op de schop
Samenvallende verkiezingen zorgen er tevens voor dat regionale thema’s van ondergeschikt belang worden. De meeste aandacht gaat namelijk naar het federale niveau. Dat vinden partijen als N-VA en Vlaams Belang, maar tegenwoordig ook de PS, problematisch. Maddens beweert dat vervroegde verkiezingen deel uitmaakten van het akkoord dat PS-voorzitter Paul Magnette en N-VA-voorzitter Bart De Wever ooit sloten.
“De N-VA is nooit een voorstander geweest van samenvallende verkiezingen”, aldus Maddens. “Maar ook de PS is tot het besef gekomen dat dat systeem niet werkt. Naar verluidt spelen de Franstalige socialisten nog altijd met het idee de synchronisatie tussen de federale en de regionale legislatuur te doorbreken met vervroegde verkiezingen.” Hij blikt ten slotte vooruit: “Wie weet hebben we Kamerverkiezingen bij het vallen van de bladeren. Romantische zielen kunnen beginnen te dromen.”
Term ‘kibbelkabinet’ recycleren of aandikken
Feit is dat de ontevredenheid over Vivaldi zélfs binnen Vivaldi steeds meer naar boven komt. Er zijn regelmatig relletjes, vaak aangewakkerd door MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez. Denk maar aan de discussie over gokreclame, waarin Bouchez lijnrecht tegenover de Vlaamse liberalen kwam te staan. Ook over de kernuitstap wist Bouchez meerdere keren uit te halen naar coalitiepartners van de MR. Vooral Energieminister Tinne Van der Straeten (Groen) werd toen geviseerd.
Uit die Groene partij kwam bij monde van Kristof Calvo dan weer een opvallend voorstel. Hij pleitte er zondag in ‘De Zevende Dag’ voor om een nieuw regeerakkoord te schrijven. Door te beweren dat de federale coalitie van liberalen, groenen, socialisten en christendemocraten “nood heeft aan een nieuwe doorstart” gaf ook Calvo toe dat het vet van de soep is. Hij beweert dat het huidige regeerakkoord in een oude realiteit geschreven is.
Politicoloog Maxime Vandenberghe (UGent), die een studie maakte over communautaire conflicten binnen de federale regering, reageerde op de vele discussies binnen de federale regering. “Als we spraken over de regering-Michel als kibbelkabinet, dan denk ik dat we ofwel die term moeten recycleren, ofwel moeten we ze nog wat aandikken voor de huidige regering.” Hij maakt de vergelijking met de vorige volwaardige regering. “Daar ging het vooral om kleine uithalen over en weer. Bij de huidige regering is dat toch anders, heel wat disruptiever. Het gaat over de zware crisissen, veto’s, elkaar aan te kant schuiven…”