De benoeming van een nieuwe procureur-generaal verloopt in Brussel niet van een leien dakje. Een taalkwestie en concurrentie zorgen ervoor dat er nog geen opvolger voor Johan Delmulle, die in mei stopt, gevonden is.
Woensdag moest de Hoge Raad voor de Justitie een van de kandidaten kiezen, maar uiteindelijk lukte dat niet. In een persbericht meldt de Franstalige magistratenvereniging UPM dat de beslissing gebaseerd was op hun “taalkundige affiliatie”. Vooral Nederlandstaligen zijn bezorgd over het taalevenwicht.
Taalrollen
Er wordt namelijk tegelijkertijd besloten wie de volgende voorzitter van het hof van beroep in Brussel wordt. Normaliter wisselen de taalrollen van de procureur-generaal en de voorzitter van het hof van beroep elkaar af. En dat zou nu niet het geval zijn.
De huidige procureur-generaal is Johan Delmulle uit Waregem. Hij houdt ermee op in mei 2024. Twee Franstalige kandidaten dienden zich aan om hem op te volgen: federaal procureur Frédéric Van Leeuw en voorzitter van de Franstalige ondernemingsrechtbank Paul Dhaeyer. Beide kandidaten beschikken wel over het verplichte tweetaligheidsattest.
Impasse
De huidige voorzitter van het hof van beroep van Brussel is de Franstalige Laurence Massart, die ook het proces over de aanslagen van 22 maart moest leiden. Zij nam in 2018 als ‘interimmer’ een lopend mandaat over. Daardoor komt ze niet in aanmerking voor een nieuwe termijn, maar die vroeg ze toch aan. Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne weigerde, waarop zij naar de Raad van State en de Brusselse kortgedingrechter stapte. Met als gevolg dat ze toch nog een kans heeft om aan te blijven.
Daardoor vreest men aan Nederlandstalige zijde dat er tegelijkertijd een Franstalige procureur-generaal én een Franstalige voorzitter van het hof van beroep zal komen. UPM-voorzitter Vincent Macq spreekt van een “ongekende impasse”.
Geregeld probleem
De taalkwestie speelt geregeld bij (politieke) benoemingen. Zo weigerde MR onlangs nog een – perfect tweetalige – kandidaat om voorzitter te worden van de Belgische mededingingsautoriteit. Bij wet is er afgesproken dat het vierkoppige directiecomité van de BMA uit evenveel Nederlands- als Franstaligen moet bestaan. Daarom werd binnen de regering-De Croo afgesproken dat de directeursfunctie naar een Franstalige zou gaan.
MR verschuilde zich achter het feit dat kandidaat Axel Desmet officieel geen Franstalige kandidaat zou zijn. Hij is een perfect tweetalige Brusselaar, maar behaalde een rechtendiploma aan de Nederlandstalige VUB. Om deel te kunnen nemen aan de Franstalige selectieprocedure voor het voorzitterschap van de Mededingingsautoriteit, behaalde hij – zonder problemen – een tweetaligheidsattest bij Selor.
Lees ook:
Uiteraard regering De Croo met de broek op de enkels voor de Franstaligen… En denken dat het na Leterme niet nog erger kon… ????