Het is 23 oktober 2001. Steve Jobs, de CEO van Apple staat op het podium in Cupertino in het zonnige Californië. Jobs stelt de iPod voor, een klein toestel dat in je broekzak past waar je honderden liedjes op kan zetten. De iPod was niet het eerste toestel dat mobiel gebruikt werd om muziek op te luisteren, maar het was wel het eerste toestel dat je handig in je broekzak kon steken. Apple, toen vooral gekend voor zijn Macintosh computers verraste iedereen met het uitbrengen van een MP3-speler.
De iPod werd wereldwijd een groot succes. Tussen 2001 en 2014 werden er zo’n 400 miljoen iPod’s gemaakt in verschillende modellen. De eerste generatie iPod had een opslagruimte van 5GB, goed voor zo’n duizend liedjes. In de Verenigde Staten kwam het toestel op de markt met een prijskaartje van 400 dollar. Omgerekend met inflatie van oktober 2001 tegenover vandaag de dag zou de iPod zo’n 700 dollar gekost hebben.
Nieuwe wereld
Het toestel valt op zijn minst revolutionair te noemen. De iPod introduceerde veel elementen die essentieel zijn voor de latere smartphones, zoals een groot geheugen, een gemakkelijke gebruikersinterface en meer.
Hoewel de iPod geen telefonische functies had, legde het de basis voor de iPhone, die later de wereld zal veroveren, door gebruikers te laten wennen aan het idee van een draagbaar apparaat dat meer kan dan alleen bellen.