Een historisch keerpunt in Quebec: voor de eerste keer sprak de rechter een veroordeling uit gebaseerd op de huidskleur van een verdachte. Het gebeurde op 28 juli. Een magistrate besloot namelijk de straf voor een drugshandelaar te verlichten door zich te baseren op de “evaluatie van de impact van de etnische of culturele afkomst van de verdachte”: een analyse dus van de ‘systemische hindernissen’ waarmee de verdachte zijn leven lang te maken kreeg, aldus het vonnis.
Deze uitspraak heeft een mogelijk zwaarwegend gevolg: het militante concept van ‘systemisch racisme’ kan voortaan gebruikt worden als verzachtende omstandigheid bij ‘geraciseerde’ verdachten en criminelen. Concreet stelt de rechter in haar uitspraak dat de verdachte opgroeide zonder vader en het éénouderschap vaker voorkomt bij zwarten in Canada dan bij andere etnische groepen. Verder vermeldt men dat de dader zijn jeugd doorbracht in een “kwetsbare wijk”, waar de politie zich “op raciale basis profileerde”.
Federale staat promoot het
Kers op de taart van de beklaagde: men vraagt de rechters rekening te houden met “de mogelijkheid van een posttraumatisch syndroom” dat mogelijk verbonden is met “een intergenerationeel trauma van slavernij”, waaraan de verdachte zou kunnen leiden. Allemaal mooi én zo geplukt uit een uiterst links woordenboek. Maar de rechter hield met dit alles rekening in haar eindbeslissing en de gevangenisstraf van 35 maanden werd verlaagd naar 25 maanden, zoals de verdediging had gevraagd. “We moeten leren, en wij moeten ons aanpassen”, aldus de vrouwelijke magistrate.
Dit is misschien wel het eerste vonnis op basis van deze argumenten, maar het zal zeker niet het laatste zijn. Want de federale Canadese overheid promoot het rekening houden in de rechterlijke beslissingen met de ‘culturele en etnische achtergronden’ van verdachten van misdrijven en misdaden.
Het is duidelijk dat dit alleen speelt in het voordeel van niet-blanken. Het herinnert ons aan een beslissing van een rechter in Dublin in 2001. Een Algerijnse asielzoeker stond toen terecht voor de verkrachting van een kind. De rechter veroordeelde hem tot 6 jaar opsluiting, en zei in de rechtbank: “Als u een Ier was, zou ik u 10 jaar opsluiting hebben gegeven.” Maar de rechter vond de opsluiting van een Algerijn in een Ierse gevangenis een ondraaglijke last.