De voorstellen van Quinten Jacobs voor een nieuwe staatshervorming klinken verfrissend, maar zijn allerminst nieuw. Dat schrijft de Leuvense politicoloog Bart Maddens in een opiniestuk in De Tijd.
Meer homogene bevoegdheidspakketten, gezondheidszorg en arbeidsmarkt naar de deelstaten, splitsing van de personenbelasting: het zijn klassiekers uit de vijf resoluties van het Vlaams Parlement uit 1999. Net zoals de K3 Originals een dubbel publiek aantrekken, lijken deze Vlaamsgezinde hits uit de jaren 90 zowel de 26-jarige Jacobs als oudere generaties te inspireren. Maar is nostalgie genoeg om tot resultaat te komen, vraagt politicoloog Bart Maddens zich af in een opiniestuk in De Tijd.
De realiteit stemt hem alleszins niet zo vrolijk. Sinds de jaren 90 zijn er twee staatshervormingen geweest, en het resultaat is bedroevend. “De fiscale autonomie van de deelstaten blijft ondermaats, de bevoegdheidsverdeling is meer versnipperd dan ooit”, luidt Maddens’ harde conclusie.
Vooral de zesde staatshervorming resulteerde in “een hallucinant kluwen van halfslachtige bevoegdheidsoverdrachten”. Als de heldere voorstellen van Jacobs door de gehaktmolen van een zevende staatshervorming worden gehaald, krijgen we dan niet weer hetzelfde resultaat, of erger?
Van Rompuy-doctrine als uitweg
Die vrees verklaart waarom ook bij de Vlaams-nationalisten het animo niet zo groot lijkt. “De N-VA veegde haar communautaire eisen al twee keer onder de mat bij de regeringsvorming” en is vooral bang zichzelf uit de markt te prijzen als ze de communautaire lat te hoog legt, legt Maddens uit. Die vrees is niet onterecht: na de verkiezingen van vorig jaar had er “evengoed een klassieke tripartite of een Vivaldi-plus-regering” gevormd kunnen worden, “zonder de N-VA en zonder Vlaamse meerderheid”.
Daarom zou het volgens Maddens geen slecht idee zijn om een andere Vlaamsgezinde klassieker van lang geleden uit de kast te halen: de Van Rompuy-doctrine uit 2005. Herman Van Rompuy sprak toen historische woorden: “Bij de volgende regeringsonderhandelingen zal men niets bekomen, als niet alle Vlaamse partijen eensgezind zeggen: we treden alleen in een federale regering wanneer die essentiële punten van een staatshervorming worden goedgekeurd.”
Dat veronderstelt dat opnieuw een breed Vlaams front wordt gevormd. Als premier De Wever toch een institutionele hervorming moet voorbereiden, kan hij maar beter ook werk maken van die Vlaamsgezinde frontvorming, oordeelt Maddens. “Anders dreigen de voorstellen van Jacobs inderdaad ‘mooie lieve dromen’ te blijven”, besluit hij.
Meer van Bart Maddens








Sinds 2014 is de N-VA geen Vlaams-nationalistische partij meer. Daar geeft ze meer dan geregeld het bewijs van.