Open Vld-Kamerlid Kjell Vander Elst en minister David Clarinval kregen donderdagmiddag in de Kamer de lachers op hun hand tijdens de afhandeling van een vraag over een Europese beslissing inzake vleesvervangers. Die mogen niet langer aangeduid worden met termen als ‘worst’, ‘steak’ of ‘hamburger’. Vander Elst betreurt dat Europa zich vandaag bezighoudt met “onnozele futiliteiten”, terwijl de wereld rondom ons in brand staat. Hij pleit voor een Europa dat zich bezighoudt met de essentie en met kerntaken.
Producenten van vleesvervangers mogen zeven vleestermen, met name steak, schnitzel, worst, burger, hamburger, eigeel en eiwit, niet langer gebruiken. Dat heeft het Europees Parlement deze week beslist, omdat de bewuste termen te misleidend zouden zijn voor de consument.
Open Vld-Kamerlid Kjell Vander Elst heeft donderdagmiddag van minister David Clarinval (MR) ondervraagd over de kwestie. De Open Vld’er wilde van de minister weten welk standpunt België zal innemen. Vander Elst betreurde ook dat Europa zich vandaag met dergelijke “onnozele futiliteiten” bezighoudt, terwijl er heel wat ander werk op de plank ligt.
“We hebben een sterk Europa nodig, maar wat krijgen we vandaag in de plaats? Een Europa dat de veggieburger wil verbieden”, hekelde Vander Elst. “Voorlopig mag men de veggieburger nog eten, maar het woord veggieburger mag niet meer. We krijgen een Europa dat de verplichting oplegt dat het dopje aan een flesje water of cola moet vasthangen. We hebben ook een Europa dat er meer dan een decennium over deed om te beslissen dat een oplader universeel moet zijn. Ik geloof in Europa, maar niet in dat Europa.”
Regulitis
Clarinval antwoordde daarop, tot hilariteit van zijn collega’s, dat hij niet van plan is om “het dossier in stukken te snijden”. “Je ne vais pas saucissonner le dossier”, zei hij met het nodige gevoel voor humor.
De minister liet weten dat België nog geen standpunt heeft bepaald. Hij vindt het alleszins een goede zaak dat er een duidelijk onderscheid komt tussen producten op basis van vlees en vegetarische producten.
Ook Kamervoorzitter Peter De Roover deed zijn humoristische duit in het zakje: “Gelieve de woorden van de minister niet te interpreteren als ‘het zal ons worst wezen’.”
Dat een liberale minister een dergelijke maatregel verdedigt, verbaast Vander Elst toch enigszins. “Ik had van een liberaal anders verwacht. Eerlijk gezegd, het kan mij niet schelen welke benaming we eraan geven. Het interesseert mij niet of het nu gaat om een veggieburger, een plantaardige schijf of een veggiestick. Wat mij wel kan schelen, is waar Europa zich vandaag, in de huidige tijden, mee bezighoudt. Elk woord en elk detail wil Europa reguleren”, besloot hij.
