Vandaag keurde de Brusselse regering in de commissie Gezondheid een ordonnantie goed, waarmee ze zonder enige vorm van parlementaire controle de fundamentele rechten van de Brusselse inwoners kan inperken. Dat kan onder andere met een avondklok. Brussels parlementslid Gilles Verstraeten (N-VA) diende amendementen in om hier grenzen aan te stellen, maar die werden weggestemd. “Deze Brusselse pandemiewet gaat veel te ver”, reageert hij.
Volgens Brussels minister Alain Maron (PS) ging het om een louter technische aanpassing van de wet, om mondmaskers op het openbaar vervoer te kunnen opleggen. Onzin, volgens Verstraeten: “Deze Brusselse pandemiewet gaat veel verder. De regering eigent zich zelfs het recht toe om de gemeenschappen in Brussel haar wil op te leggen en op eigen houtje beperkingen op te leggen, bijvoorbeeld in de scholen.” Het N-VA-parlementslid spreekt van een “flagrante bevoegdheidsoverschrijding.”
In navolging van de federale pandemiewet, geeft deze ordonnantie de Brusselse regering de macht om op eigen houtje maatregelen in te voeren. “De regering kan dus opnieuw een avondklok opleggen en een samenscholingsverbod invoeren zonder parlementair debat”, aldus Verstraeten. “Laten we de fouten van het verleden niet herhalen.”
Vlaanderen moet niet geconsulteerd worden
Verstraeten stelde daarom voor om dit alleen toe te laten voor niet-vrijheidsbeperkende maatregelen zoals afstand houden, een mondmasker dragen of de regels betreffende de handhygiëne: “Bij maatregelen die verder gaan moet het parlement zich kunnen uitspreken, desnoods achteraf als de regering uiterst dringend moet handelen. Het is bijzonder jammer dat men mij hierin niet is gevolgd. We blijven maar steeds verder de rechtstaat uithollen, terwijl men in Vlaanderen bewijst dat dit eigenlijk niet nodig is. Daar zal bij een fundamentele ingreep het parlement zich steeds kunnen uitspreken, ook al moet dat snel gebeuren. Er is geen dergelijke algemene machtiging aan de regering in Vlaanderen zoals men hier nu in Brussel goedkeurt.”
De N-VA-politicus is tevens van oordeel dat deze nieuwe ordonnantie in strijd is met de bevoegdheidsverdeling: “Brussel eigent zich hier bevoegdheden toe om beperkingen op te leggen aan cultuur, onderwijs, wat dan ook. Nergens is de plicht om bijvoorbeeld Vlaanderen of de Franse Gemeenschap te consulteren daarover gegarandeerd. Zelfs ons amendement om de desbetreffende overheid op de hoogte te brengen en overleg te plegen, werd weggestemd.”
