De kans dat een leefloner een sanctie krijgt omdat hij de voorwaarden van zijn GPMI niet naleeft, ligt in Wallonië vier keer lager dan in Vlaanderen. In Brussel is de kans zelfs 19 keer kleiner. Dat blijkt uit cijfers die N-VA-Kamerlid Tomas Roggeman heeft opgevraagd bij bevoegd minister Karine Lalieux (PS).
Geen advertenties meer?
Ingelogde abonnees steunen niet alleen een van de enige kritische en onafhankelijke media, maar zien ook geen vervelende advertenties. Abonneer je snel en eenvoudig en krijg meteen toegang tot vele duizenden exclusieve artikelen!
Maak hieronder je keuze voor het gewenste abonnement:
Liever ook op papier? Bekijk alle abonnementen!
Het doorlopend abonnement wordt automatisch verlengd voor steeds één maand.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een online abonnement van 3 maanden via een eenmalige betaling.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een eenmalige betaling en je zit een jaar goed.
Log hieronder in om dit bericht volledig te lezen. Ben je al ingelogd, kijk dan op je account of je nog een actief abonnement hebt.
Een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI) is een traject op maat van de leefloner dat het OCMW toelaat om hem of haar te begeleiden en op te volgen. Het bevat ook enkele voorwaarden waaraan de betrokkene zich dient te houden met het oog op sociale en professionele re-integratie, om hem of haar zelfredzamer te maken.
Wanneer leefloners de voorwaarden niet naleven – bijvoorbeeld door foutieve verklaringen af te leggen of te verzaken aan hun verplichtingen – kunnen OCMW’s sancties opleggen. Een mogelijke sanctie is een tijdelijke schorsing van het leefloon.
19 keer minder kans op sanctie in Brussel
Tussen 2019 en 2023 legden de Belgische OCMW’s in totaal 4.572 sancties op aan leefloners die de verplichtingen uit het GPMI niet hadden nageleefd. Bijna 68 procent van het totale aantal sancties (3.109 sancties) werd door Vlaamse OCMW’s opgelegd. Nochtans woont slechts 26 procent van alle leefloongerechtigden (42.043 personen) in Vlaanderen.
In Brussel en Wallonië wonen respectievelijk 46.198 (29 procent) en 73.859 (46 procent) leefloners. Toch legden de Brusselse OCMW’s slechts 4 procent (183 sancties) van alle Belgische GPMI-sancties op. In Wallonië was dat slechts 28 procent (1.280). De kans dat leefloners die de voorwaarden uit hun GPMI niet naleven een sanctie krijgen, is in Brussel en Wallonië dus respectievelijk 19 en 4 keer kleiner.
PS-cliëntelisme
Voor N-VA-Kamerlid Tomas Roggeman, die ook schepen van Sociale Zaken in Dendermonde is, tonen de cijfers aan dat Vlaanderen een veel actiever beleid voert om leefloongerechtigden uit de armoede en de uitkeringsafhankelijkheid te halen dan Wallonië en Brussel. “Het verkrijgen van een leefloon is een gunst van de maatschappij waar logischerwijze ook plichten uit voortvloeien”, zegt hij. “Wanneer leefloners die zonder geldige reden niet naleven, moeten de OCMW’s daartegen optreden.”
Volgens Roggeman gebruikt de PS de sociale zekerheid om haar cliëntelisme in stand te houden. “Als de Franstalige beleidsmakers een sinterklaasbeleid willen voeren, moeten ze dat maar op eigen kosten doen en niet op kap van de Vlaming”, besluit hij.







