Fedasil gaf in 2025 bijna 1 miljoen euro uit aan taxivervoer en meer dan een half miljoen euro aan busvervoer voor asielzoekers. In totaal bedragen de transportkosten 1,5 miljoen euro. Dat blijkt uit het antwoord van bevoegd minister Anneleen Van Bossuyt (N-VA) op een parlementaire vraag van Vlaams Belang-Kamerlid Francesca Van Belleghem.
Door middel van een schriftelijke vraag confronteerde Van Belleghem minister Van Bossuyt met de getuigenis van een buschauffeur. Hij beweerde dat hij in opdracht van Fedasil dagenlang stand-by moest staan, terwijl zijn bus slechts sporadisch werd ingezet voor korte ritten van maximaal vier kilometer naar het Klein Kasteeltje. Kinderen mochten blijkbaar uitsluitend met dure privétaxi’s vervoerd worden. En alsof dat nog niet voldoende was: asielzoekers zouden pas na aankomst op ziektes getest worden, nádat ze al collectief in de bus hadden gezeten.
Minister Anneleen Van Bossuyt (N-VA) ontkracht de bewering dat de bussen de hele dag stand-by zouden staan. De bussen worden hoofdzakelijk ingezet voor schoolvervoer en voor het transport van asielzoekers vanuit transitcentrum Ariane naar het aanmeldcentrum, een afstand van ongeveer negen kilometer. Voor het schoolvervoer bedraagt de gemiddelde afstand tussen opvangcentra en scholen drie kilometer.
Taxikosten stegen tot recordhoogte
Verder gaf de minister ook inzage in de kostprijs van het taxi- en busvervoer voor asielzoekers. De taxikosten stegen van 520.486 euro in 2020 naar 1.595.244 euro in 2024, al daalden ze in 2025 weer tot 954.349 euro.
Ook de buskosten namen toe: van 267.567 euro in 2020 naar een piek van 667.864 euro in 2023. De stijging is volgens Fedasil evenredig met de toename van het aantal bewoners en de opening van nieuwe opvangcentra, zoals in Glons.
De minister antwoordde ook op de vraag of niet-begeleide minderjarigen systematisch per taxi worden vervoerd van de Dienst Vreemdelingenzaken naar het aanmeldcentrum en vervolgens naar een van de zeven observatie- en oriëntatiecentra. Dat blijkt inderdaad het geval te zijn. “Deze maatregel is ingevoerd om de veiligheid van minderjarigen te waarborgen”, stelt de minister. Het gebruik van taxi’s werkt preventief om verdwijningen te voorkomen en biedt bescherming tegen uitbuiting en mensenhandel. Door het vervoer op deze manier te organiseren, wordt ervoor gezorgd dat minderjarigen op een gecontroleerde en veilige manier hun bestemming bereiken, klinkt het.
De medische kwestie blijkt genuanceerd: enkel personen die naar transitcentrum Ariane worden overgebracht, ondergaan geen voorafgaande medische controle voor de busrit. Alle andere personen worden steeds medisch onderzocht voordat zij gebruikmaken van collectief vervoer. Voor niet-dringend medisch vervoer wordt wel degelijk een taxi ingezet, maar enkel voor bewoners die geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer en met goedkeuring van de medische dienst.
“Lucratieve business”
Volgens Van Belleghem, die de cijfers opvroeg, is het vervoer van asielzoekers met bussen en taxi’s uitgegroeid tot “een omvangrijke en lucratieve business”. Zij ziet in de cijfers het zoveelste bewijs van een failliet asielbeleid. “Het is gewoon opnieuw een gat in de hand van de regering, iets waar ze blind voor is”, reageert ze scherp.
Van Belleghem wijst op de ongelijke behandeling tussen Belgische gezinnen en asielzoekers. Terwijl veel gezinnen zelf moeten instaan voor het vervoer van hun kinderen naar school, wordt voor asielzoekers speciaal busvervoer georganiseerd zodra de school niet dicht genoeg bij een halte van het openbaar vervoer ligt. “Dat zorgt voor terechte wrevel bij mensen die zelf geen beroep kunnen doen op zo’n voorziening”, besluit ze.
