Antwerps gedeputeerde Jinnih Beels (Vooruit) stelde afgelopen maandag haar boek ‘Dansen op een slappe koord’ voor in het Zuiderpershuis in Antwerpen. Op het programma stond onder meer een paneldebat tussen de chef politiek van het Nieuwsblad en de auteur van het voorwoord Hannes Heynderickx, onafhankelijk Vlaams Parlementslid en oud-Open Vld’er Maurits Vande Reyde en oud-Kamervoorzitter en -journalist Siegfried Bracke. Het debat werd in goede banen geleid door filosofe Alicja Gescinska. Nadien volgde ook nog een één-op-eengesprek tussen Beels en die laatste.
Geen advertenties meer?
Ingelogde abonnees steunen niet alleen een van de enige kritische en onafhankelijke media, maar zien ook geen vervelende advertenties. Abonneer je snel en eenvoudig en krijg meteen toegang tot vele duizenden exclusieve artikelen!
Maak hieronder je keuze voor het gewenste abonnement:
Liever ook op papier? Bekijk alle abonnementen!
Het doorlopend abonnement wordt automatisch verlengd voor steeds één maand.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een online abonnement van 3 maanden via een eenmalige betaling.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een eenmalige betaling en je zit een jaar goed.
Log hieronder in om dit bericht volledig te lezen. Ben je al ingelogd, kijk dan op je account of je nog een actief abonnement hebt.
Politieke boeken zijn doorgaans niet meer dan holle promopraatjes die kort voor de verkiezingen verschijnen. Op dat punt breekt Beels met wat gebruikelijk is: ‘Dansen op een slappe koord’ is een terechte aanklacht tegen de particratie en verschijnt op geruime afstand van welke verkiezing dan ook. Tenzij ze meer zou weten en haar partij van plan is om morgen de stekker uit de regering-De Wever te trekken. Maar daar gaan we niet van uit.
Dat partijen steeds meer een doel op zichzelf zijn geworden in plaats van een middel om een beter beleid te realiseren, is een open deur intrappen. Dankzij de veel te royale partijfinanciering zijn ze haast ‘too big to fail’ geworden. Ze zijn – net als pakweg de vakbonden en grote bedrijven – vooral bezig met het eigen voortbestaan. Dat is des mensen, maar problematisch vanuit democratisch oogpunt. In de Democracy Index zakt België steeds verder weg. De overdreven partijfinanciering is de belangrijkste oorzaak.
De sterke focus van partijen op het eigen voortbestaan leidt tot excessen. Zo kreeg Beels van haar partij het advies om niet langer citaten van Edmund Burke te gebruiken in haar toespraken, omdat hij ‘de filosoof van Bart De Wever’ zou zijn. U mag twee keer raden van wie het citaat is waarmee Beels haar boek afsluit.
Een ander voorbeeld: een Vooruit-politica – zelfs een voormalig politiecommissaris – mag geen strikt law-and-orderbeleid voorstaan, omdat dat niet past bij het imago van de partij. Dat is kennelijk enkel iets voor de N-VA. Als gedeputeerde in de provincie Antwerpen werpt Beels zich op als de verdediger van onze landbouwers, maar ook dat wordt haar niet in dank afgenomen. Alsof enkel cd&v zich over landbouw zou mogen uitspreken. Hoeft het, deze voorbeelden indachtig, te verbazen dat Beels de buik vol heeft van de particratie?
Verlengstuk van particratie?
Hannes Heynderickx schrijft in zijn voorwoord een terecht punt van kritiek neer: hij is van mening dat Beels het uitvoerend mandaat dat ze momenteel bekleedt net te danken heeft aan de particratie. In die zin is ze zelf een verlengstuk van het systeem dat ze zo verfoeit. Als Beels het écht meent met haar verzet tegen de particratie, was ze volgens hem beter in het parlement blijven zitten om daar als volksvertegenwoordiger – what’s in a name – de belangen van de kiezer te behartigen.
In plaats van zich buiten de particratie te plaatsen, was het waarschijnlijk efficiënter geweest om haar partij verder van binnenuit te veranderen. Beels zelf zegt daarover dat ze intern wel degelijk aan de kar heeft getrokken: “Maar dat is o zo vermoeiend.” Het is jammer dat alle gedegouteerden vertrekken en uiteindelijk enkel de degoutanten, de mensen die slaafs de bevelen van de partijtop opvolgen, overblijven.
Het boek besluit met een brief van Beels aan het adres van ‘haar’ voorzitter, Conner Rousseau. Haar concrete vraag? Of ze in 2029 haar partijkaart mag inleveren, maar toch als onafhankelijke op een lijst van Vooruit mag staan. Onder meer Jean-Marie Dedecker en Dries Van Langenhove deden haar dat al met succes voor, respectievelijk op lijsten van de N-VA en het Vlaams Belang.
Beels benadrukt dat ze niet op zoek is naar een andere partij, want “het gras is niet altijd groener aan de overkant”. Of haar voorzitter dat ook zo zal zien, is nog maar zeer de vraag. Tot op heden heeft hij nog niet gereageerd op Beels’ brief. “Je betaalt onvermijdelijk een prijs voor een dergelijk boek, maar het zijn niet mijn memoires”, zegt Beels er zelf over. Afspraak in 2029?
Meer over Jinnih Beels






