Vlaams minister voor Welzijn Wouter Beke (CD&V) is erg ongerust over de stijgende coronacijfers en ziekenhuisopnames. Volgens de minister komt het er nu op aan om de bestaande maatregelen nog meer te volgen. “Ik maak me eerlijk gezegd wel ongerust. 42 procent op een week tijd is niet min”, aldus minister Beke.
Hoopgevend zijn dan alweer de dalende cijfers van overlijdens aan Covid-19, zo merkt de minister ook op. “We zien dat onze vaccinaties helpen. Het bewijst dat onze strategie om de meest kwetsbaren eerst te vaccineren de juiste is. Anders zouden we dit op een andere manier vertaald zien in de cijfers”, vervolgt hij. Het is volgens hem nochtans wel mogelijk dat er nieuwe en strengere maatregelen zullen volgen.
Al vindt hij het in de eerste plaats de tijd om de bestaande maatregelen nog beter en strikter op te volgen. Verplicht telewerken, mondmaskers en het beperken van nauwe sociale contacten vormen de te volgen basis. “Ik stel vast dat die vandaag niet altijd even secuur worden nageleefd”, zegt Beke. “Heel veel mensen kijken op tegen nieuwe maatregelen. Ik ook, maar de eerste stap die vandaag moet gebeuren is de bestaande maatregelen blijven naleven.”
Bijsturingen in het onderwijs
Volgens Beke is het een goede zaak dat de ministers van Onderwijs gisterenavond alsnog nieuwe regels hebben uitgevaardigd. Zo zal er extra worden ingezet op het sneller ingrijpen in de regio’s waar de besmettingsgraad het hoogst ligt. Zo zullen voltallige klassen meteen in quarantaine worden gezet wanneer er een positieve vaststelling is. Het gaat wel om omkaderende maatregelen bovenop degenen die al reeds van kracht zijn.
Men wil vooral vermijden dat klassen elkaar besmetten. “Als we de scholen willen openhouden, en dat is de ambitie van iedereen, dan moeten er bijkomende maatregelen genomen worden. Ik vind het een goed pakket”, aldus Beke. Zeer ingrijpende maatregelen zijn volgens de minister wel nog niet aan de orde. “Ik heb begrepen dat de virologen ook zeggen dat er naar andere sectoren gekeken moet worden. Onderwijs staat natuurlijk niet op zich”, zo sluit hij af.
