Wetenschappers gespecialiseerd in radioactiviteit hebben DNA-onderzoek verricht in verband met de kernramp van Tsjernobyl uit 1986. Het team vond geen sporen van genetisch schade bij de kinderen van mensen die blootgesteld werden aan de straling.
Geen advertenties meer?
Ingelogde abonnees steunen niet alleen een van de enige kritische en onafhankelijke media, maar zien ook geen vervelende advertenties. Abonneer je snel en eenvoudig en krijg meteen toegang tot vele duizenden exclusieve artikelen!
Maak hieronder je keuze voor het gewenste abonnement:
Liever ook op papier? Bekijk alle abonnementen!
Het doorlopend abonnement wordt automatisch verlengd voor steeds één maand.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een online abonnement van 3 maanden via een eenmalige betaling.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een eenmalige betaling en je zit een jaar goed.
Log hieronder in om dit bericht volledig te lezen. Ben je al ingelogd, kijk dan op je account of je nog een actief abonnement hebt.
Dimitry Bazyka is een immunoloog en directeur-generaal aan het nationaal onderzoekscentrum voor stralingsziekten in Kiev, Oekraïne. Zijn team onderzocht in totaal meer dan 200 mensen, zowel overlevers van de ramp als hun nakomelingen. De vrees bestond dat DNA-mutaties als gevolg van de straling via de voortplantingscellen van de ouders ook de kinderen zou beïnvloeden. Dit zou kunnen gaan over afwijkingen zoals autisme en ontwikkelingsstoornissen.
Langdurige blootstelling
Ongeveer 8 jaar geleden begon het onderzoeksteam de families betrokken bij het incident op te sporen. Concreet gaat het om vaders die betrokken waren bij de bergingswerken na de ontploffing en ouders die toen geëvacueerd waren uit de nabije omgeving. Zoals inwoners van het stadje Prypjat waar veel van de werkkrachten van de kerncentrale verbleven. De onderzoekers voerden genetisch onderzoek uit bij 105 ouders en 130 kinderen, geboren tussen 1987 en 2002. Zij concludeerden dat het aantal mutaties in hun DNA niet hoger is dan bij een referentiepopulatie. Bazyka’s team vermoedt dat de langdurige blootstelling, gedurende uren of dagen, een milder effect heeft dan kortdurende intense straling. Omwille van de natuurlijke herstelmechanismen van het menselijk lichaam zouden de mutaties kunnen hersteld zijn en zo dus niet aan de volgende generatie zijn doorgegeven.






