Een afdeling van de Nieuw-Zeelandse klimaatbeweging heeft zichzelf formeel ontbonden, omdat ze racistisch zou zijn. Ook zou ze onvoldoende rekening hebben gehouden met zwarte activisten.
In een bericht op Facebook schrijft de afdeling uit Auckland dat ze “de stemmen en eisen van BIPOC (zwarte, inheemse en mensen van kleur, red.) genegeerd heeft” en dat ze “een racistische, door blanken gedomineerde ruimte” vormde.“BIPOC-gemeenschappen worden onevenredig zwaar getroffen door de klimaatverandering, dus de strijd voor klimaatrechtvaardigheid moet worden geleid door hun stemmen en behoeften, niet die van de Pākehā (Nieuw-Zeelanders, red.)”, klinkt het.
De groep zal naar eigen zeggen geen klimaatstakingen meer organiseren. In plaats daarvan belooft ze om “door BIPOC geleide ruimtes voor klimaatrechtvaardigheid te versterken”. Ook de nationale afdeling zou een “groot probleem” hebben met racisme.
De wereldwijde klimaatbeweging ontstond onder leiding van Greta Thunberg, die in 2018 begon te spijbelen om aan het Zweeds parlement te protesteren. Meer dan 1 miljoen studenten uit 125 landen namen deel aan de eerste wereldwijde staking op 15 maart 2019. Ze protesteerden tegen het gebrek aan actie door de overheid tegen de klimaatverandering. De Nieuw-Zeelandse afdeling van de klimaatbeweging was een van de meest succesvolle ter wereld. Ongeveer 20.000 Nieuw-Zeelandse studenten woonden in maart 2019 de staking bij.
