De Vlaamse regering heeft de droogte tussen 15 maart en 15 september 2020 erkend als ramp. Dat houdt concreet in dat landbouwers met teeltschade een tegemoetkoming kunnen krijgen. Die vergoeding is mogelijk indien de landbouwers beschikken over een weersverzekering die minstens 25 procent van hun totale teeltareaal verzekert.
Het was het KMI dat aan de Vlaamse Regering advies verleende om de droogte als ramp te erkennen. In totaal wordt de ramp erkend in 261 Vlaamse steden. Getroffen boeren kunnen gedurende drie maanden hun aanvraag voor een tegemoetkoming indienen bij het Vlaams Rampenfonds. De vergoeding van de totale schade is momenteel nog moeilijk in te schatten omdat er nog moet gewacht worden op het totaal aantal aanvragen. Toch raamt de overheid de schade op minstens 12 miljoen euro. Dit doen ze op basis van gegevens over de verzekerde boeren.
Minister-president Jan Jambon (N-VA) reageert tevreden. “Ik ben blij dat we de geleden schade als gevolg van de extreme droogte op een correcte manier kunnen vergoeden”, klinkt het. “Als overheid is het onze plicht onze burgers tegen dit soort van calamiteiten te beschermen.” “Niet alle schade die landbouwers hebben geleden, kan vergoed worden, maar dit helpt veel landbouwers toch vooruit”, gaat Hilde Crevits (CD&V) nog verder.
Waarom moet zo iets zo lang duren?