Jeugdrechter Christian Denoyelle deelde het verhaal van een jongen van 16 met de emotionele leeftijd van een kleuter. Hij zit al sinds maandagavond noodgedwongen in een politiecel. Hij heeft geen misdrijven gepleegd, maar een jeugdrechter besliste dat hij moest opgevangen worden in een gemeenschapsinstelling met meer omkadering. Die opvangplek bleek dan een politiecel te zijn, omdat er geen plaats was in een echt opvangcentrum.
Volgens persrechter Luk Versteylen was er geen plaats in een gemeenschapsinstelling. Het Agentschap Opgroeien had wel een plaats ter beschikking, maar weigerde die aan te bieden, “vanwege hun interne reglement”. Versteylen spreekt van “middeleeuwse toestanden”.
Dat wordt echter weerlegd door de directeur van dat agentschap. Hij zegt dat er inderdaad geen plaats is aangeboden in een gemeenschapsinstelling. Het Agentschap Opgroeien bood echter wel een tijdelijke opvang binnen de crisishulp aan. Dat werd dan weer geweigerd door de jeugdrechter, aldus directeur Bruno Vanobbergem.
Beke opnieuw verantwoordelijk?
De directeur van het Agentschap Opgroeien wijst op het nieuwe Vlaamse decreet dat gemeenschapsinstellingen voorbehoudt voor jongeren die criminele feiten hebben gepleegd. Jongeren uit een moeilijke thuissituatie moeten niet bij jeugddelinquenten geplaatst worden. Hoewel dat decreet pas in september in werking treedt, zit het Agentschap momenteel al in een overgangsfase.
Groen-parlementslid Jeremie Vaneeckhout is van oordeel dat ook in deze zaak Wouter Beke verantwoordelijk is. De CD&V-minister zou voor extra plaatsen voor jongeren uit kwetsbare thuissituaties moeten zorgen.
De Belgische ziekte treft ook de Vlaamse regering: onvoldoende afgewogen of getoetste wettelijke bepalingen, kabinetsleden die de mening van de werkers op het terrein niet vragen of negeren. De bevoegde minister is dan altijd de pineut als het verkeerd uitpakt. Voer voor de oppositie gewaarborgd.