De Dag van de Arbeid werd in Parijs ontsierd door rellen en vernielingen. Linkse extremisten lieten nog maar eens hun slechtste kant zien en zorgden voor heel wat schade. Gemaskerd en in hun typische zwart blok-uniform vielen ze zelfs de hulpdiensten aan.
Amper een week na de herverkiezing van Emmanuel Macron als president van Frankrijk, toonden Antifa en andere extreemlinkse organisaties nog maar eens hun ontevredenheid over het resultaat van de presidentsverkiezingen. In Parijs werden op verschillende plaatsen barricades opgeworpen. Linkse extremisten vielen regelmatig de politie aan. Op verschillende plaatsen staken ze ook barricades en vuilbakken in brand.
Verder vielen ze nog winkels, banken, verzekeringskantoren en vastgoedkantoren aan. De betogers droegen boodschappen gericht tegen Macron. Sommige relschoppers hadden duidelijk sympathieën voor communistische massamoordenaars zoals Lenin, Stalin en Mao: ze toonden er zelfs afbeeldingen van.
Politie
De politie moest ingrijpen om erger te voorkomen, maar kreeg daarbij rake klappen te verduren. Ze moest 45 keer uitrukken en acht agenten raakten daarbij gewond. De politie veroordeelde het geweld. Het had het daarbij in het bijzonder over een aanval tegen een brandweerman die een brandje probeerde te blussen.
Brandweer
Brandweermannen die tussenkwamen om branden te blussen, deelden namelijk ook in de klappen. Er zijn beelden van een gemaskerde extremiste die eerst de brandslang uit de armen van een brandweerman wil rukken. Wanneer dat niet lukt, begint ze hard op het gezicht van de hulpverlener te slaan. Daarna vlucht ze weg in de massa. De brandweervereniging van Parijs (BSPP) is niet te spreken over de agressie. De politie slaagde er in om de extreemlinkse vrouw in hechtenis te nemen. Ze was al bekend bij de politie voor gelijkaardige feiten. Ze riskeert een gevangenisstraf en een serieuze boete.
Reacties
De Franse minister van Binnenlandse Zaken, Gérald Darmanin, trok tegen de avond zelfs naar het hoofdkwartier van de politie om de situatie te overschouwen. Hij tweette ook over het geweld. Darmanin had het over “geboefte” dat “onaanvaardbaar geweld pleegde”. Hij gaf aan dat hij alles zorgvuldig opvolgde en de politie volledig steunde: “Zij staan garant voor de vrijheid van demonstreren en de openbare orde.”
De uiterst linkse Jean-Luc Mélenchon tweette ook om het geweld te veroordelen en betreurde dat het zou kunnen dienen als “propaganda” voor zijn “ergste tegenstanders”. “Trap het af”, zei hij over de geweldenaren. Mélenchon haalde daarbij wel nog uit naar de politiechef. Die kon volgens hem het recht om in vrede te demonstreren niet garanderen. Daarmee legt hij de schuld van de rellen bij de politie.
Deze ‘democraten’ willen mei ‘68 nog eens over doen. Met zijn uitspraken toont Mélenchon aan niet te weten op welk been te dansen.