De nieuwe volkshuisvestingsplannen van het Amsterdams stadsbestuur (PvdA, GroenLinks, D66) stuiten op forse kritiek van de oppositiepartijen. Eén van de nieuwe maatregelen die GL-wethouder Zita Pels wil invoeren, is dat ouders wier kinderen uit huis gaan, uit hun sociale gezinswoning gezet moeten worden.
Het gemeentebestuur van Amsterdam heeft nieuwe volkshuisvestingsplannen om de wooncrisis in Nederland tegen te gaan. Sinds de Tweede Wereldoorlog is het niet zo moeilijk geweest als nu om in Nederland een woning te vinden. Daarom willen de Amsterdamse bestuurspartijen plaatsen vrijmaken in sociale huurwoningen, via het ‘plan Doorstroom’.
Oneerlijk voor starters
Wanneer de kinderen het ouderlijk huis verlaten, moeten ook die ouders de sociale huurwoning verlaten. Om ervoor te zorgen dat zij op de reguliere huurmarkt plaats vinden, is er een voorstel voor een voorrangsregeling gelanceerd. Mensen die een sociale huurwoning achterlaten, komen op die manier sneller in aanmerking voor middeldure huurwoningen. Maar dat betekent dat Amsterdammers met een middeninkomen die niét verhuizen uit een sociale huurwoning, moeilijker een geschikte plek kunnen vinden. Denk aan starters die eerder met huisgenoten woonden of gescheiden ouders.
Oneerlijk, vindt gemeenteraadslid Muyon von Gerhardt (VVD). “Ik heb hiervoor met twee vrienden in een vrije sectorwoning gewoond”, aldus de politicus in een reactie aan De Telegraaf. Momenteel woont hij in een middeldure huurwoning. “Dan zou ik daar geen recht op hebben gehad omdat ik dan geen sociale huurwoning zou hebben achtergelaten.”
In Nederland is de huurmarkt fors gereguleerd en werkt men sinds kort met een puntensysteem, dat eerder ook al bestond in de sociale huursector.
Lees ook:
Dan moeten de Amsterdammers maar slimmer stemmen.