Op een moment waarop linkse Europarlementariërs eisen dat de Europese Commissie meer geld pompt in allerhande ngo’s en media, klinkt in Oost-Europa zowel bij nationalisten als bij pro-EU-stemmen kritiek op de scheeftrekking door die weinig transparante subsidies. Volgens een Hongaarse staatssecretaris fungeren deze subsidieprogramma’s “als financiële motor van het ideologische project van Brussel”. Ze vormen een politiek wapen, is de conclusie van de critici.
Eén subsidieprogramma is daarbij zeer omstreden: het Citizens, Equality, Rights and Values Programme of CERV. Dit kwam recent in een kwalijk daglicht te staan toen onderzoeksjournalist Thomas Fazi één en ander onthulde over hun werking. “De zogenaamde ‘civil society’-organisaties krijgen per keer miljoenen euro’s van het CERV-programma. Het is propaganda via tussenpersonen,” zei Fazi daarover. Het gaat over meer dan 3000 organisaties in 1000 projecten.
Dit waren de grootste begunstigden
- EuroCentralAsian Lesbian Community met 6 miljoen euro
- Het European Network Against Racism met 4,9 miljoen euro
- De European Women’s Lobby met 4,8 miljoen euro
- Het European Disability Forum met 4,5 miljoen euro
- International Lesbian, Gay, Bisexual, Trans and Intersex Association (ILGA-Europe) met 4 miljoen euro
- Oxfam met 3,4 miljoen euro
De recente actie van de linkse Europarlementariërs om de weggevallen steun van USAID aan tal van ngo’s te compenseren, kon meteen op steun rekenen van hoge ambtenaren binnen de Europese Commissie, zoals Julien Mousnier, directeur van Rule of Law, Fundamental Rights and Democracy bij de Europese Commissie. Hij vertelde op 3 maart in het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) dat de deelname van de ‘civil society’ een sleutelrol speelt in het vergaren van landspecifieke kennis binnen zijn dienst. Een dienst die lidstaten zoals Hongarije hun stemrechten wil afnemen omdat ze niet in de pas lopen met de Europese Commissie en volgens de Commissie de rechtsstaat niet handhaven.
Een pikant detail is dat het EESC ooit werd opgericht om als vergadering van vakbonden en werkgeversorganisaties de Europese Commissie te adviseren bij het uitwerken van het EU-beleid. De afgelopen jaren hebben steeds meer ngo’s de weg gevonden naar het EESC om daar het middenveld te vertegenwoordigen. Maar dit is enkel het middenveld dat zij beweren te vertegenwoordigen.
Er kwam ook kritiek vanuit pro-EU-kringen. Marzenna Guz-Vetter, het voormalige hoofd en de woordvoerder van de Europese Commissie in Polen, bekritiseerde het CERV-programma recent, omdat het aanvraagsysteem voor de subsidies West-Europese organisaties zou bevoordelen boven aanvragers uit Oost-Europa.
“Het CERV-programma is slechts het topje van de ijsberg. De propagandamachine van de EU is ingebakken in verschillende budgettaire mechanismen: educatieve programma’s (Erasmus+), mediaondersteuning en zelfs Horizon Europe (subsidies voor onderzoek) dienen allemaal om het EU-narratief te versterken,” vatte Fazi samen. Hij sprak van een scheve verdeling van het publieke debat.
Bovendien veranderen deze subsidies ngo’s in uitvoerders van beleid en ondermijnen ze het echte middenveld, volgens Fazi. “Onafhankelijke spreekbuizen verstommen door een vloed van door de EU betaald activisme, terwijl echte ngo’s juist in het algemeen belang zouden moeten werken en niet als instrumenten van een ondemocratische supranationale agenda.”
Hoe werkt dat allemaal? Het CERV-programma wordt aangestuurd door twee directoraten-generaal van de Europese Commissie: DG Justitie en DG Werkgelegenheid. Daarnaast superviseert een agentschap van de Commissie, de European Education and Culture Executive Agency (EACEA), rechtstreeks de besteding van een kwart van het CERV-budget en onrechtstreeks die van 44%. Dit betreft een budget van 1,5 miljard euro. Dat agentschap heeft overigens niet eens een website in de meeste officiële talen van de Europese Unie. Op de hele website is bijvoorbeeld geen enkele informatie in het Nederlands te vinden. Toch delen ze subsidies en studiebeurzen uit.
De Hongaarse staatssecretaris voor publieke diplomatie en buitenlandse betrekkingen, Zoltán Kovács, haalde scherp uit naar CERV. Hij noemde het CERV-programma een model van politieke inmenging en EU-bemoeizucht. “Het inzetten van CERV als wapen is geen geïsoleerd geval; het is onderdeel van een bredere strategie die door Brussel wordt toegepast om haar invloed over nationale regeringen uit te breiden en haar progressieve agenda op te dringen onder het mom van het verdedigen van ‘Europese waarden’.”
“De EU-bureaucratie heeft geleerd van het Amerikaanse model van politieke beïnvloeding, waar agentschappen zoals USAID worden gebruikt om activistische groepen te financieren die zich aligneren met de doelen van het buitenlands beleid van Washington,” aldus Kovács. “CERV fungeert als financiële motor van het ideologische project van Brussel.”
Onmogelijk te traceren
Volgens Kovács wordt het geld van CERV gekanaliseerd door lagen van ngo’s en denktanks, zodat het bijna onmogelijk is om te achterhalen hoe het geld eigenlijk besteed wordt. Dat gebrek aan transparantie laat de EU toe het geld van de belastingbetaler te gebruiken om in te grijpen in de binnenlandse politiek, terwijl ze dit vervolgens altijd kunnen ontkennen. De Europese Commissie verbergt haar ware agenda onder een dun laagje vernis van “grassroots activism” – activisme dat zogenaamd spontaan uit de samenleving ontstaat – beweert Kovács. “Eigenlijk betalen ze links-liberale organisaties onder het mom van het ondersteunen van het middenveld.”
Via CERV financieren ze oppositiebewegingen, mediacampagnes en belangenorganisaties om politieke druk uit te oefenen zonder zelf direct betrokken te lijken, klinkt het. In het geval van Hongarije met slechts één doel: het land beschuldigen van de afbraak van de democratie om sancties te rechtvaardigen en EU-geld te kunnen onthouden.
Kovács ziet dit niet alleen in Hongarije gebeuren. Polen onderging identieke aanvallen en zelfs in West-Europa is het CERV-programma ingezet tegen nationalistische bewegingen.
Omdat landen en hun publieke opinie moeilijk te sturen zijn, koos de Europese Commissie voor een verraderlijkere aanpak: financiële en institutionele manipulatie via programma’s zoals CERV. “Door te controleren wie subsidies krijgt en wie niet, heeft Brussel een kunstmatige politieke omgeving gecreëerd waarin alleen zij die verdere integratie en progressieve politiek ondersteunen, kunnen bloeien,” aldus Kovács. “CERV is niet zomaar een subsidieprogramma, het is een politiek wapen.”