De voormalige Duitse minister van Binnenlandse Zaken, Horst Seehofer (CSU), dropte onlangs een steen in de kikkerpoel. Hij vindt het rapport van de Verfassungsschutz, waarin deze de rechtse oppositiepartij AfD als “in totaliteit rechtsextreem” bestempelde, als absoluut onvoldoende om als basis te dienen voor een verbodsprocedure tegen het AfD. In het nieuwsportaal Nius verklaarde Seehofer dat hij hierover “heel grote twijfels” heeft.
De CSU-politicus was van 2018 tot 2021 onder kanselier Angela Merkel (CDU) minister van Binnenlandse Zaken en vergeleek bij Nius dit Verfassungsschutz-bericht met de tweede verbodsprocedure tegen die andere rechts-radicale partij NPD. De toenmalige kwalificatie van de Verfassungsschutz, die de basis voor de procedure uitmaakte, was veel inhoudelijker en bevatte beduidend meer informatie. “De procedure hebben ik en 15 minister-presidenten uitgerold, zonder ondersteuning van de Bondstag of de Bondsregering. Het Grondwettelijk Hof heeft de NPD niet verboden.”
Geen definitie
Het recente anti-AfD-rapport van de Verfassungsschutz rammelt aan alle kanten, zegt Seehofer. Het AfD wordt er gekwalificeerd als “in totaliteit rechtsextreem”, zonder dat deze categorie ook maar ergens wordt gedefinieerd. En het rapport van 1.100 pagina’s bevat, aldus Seehofers aanvoelen, niet de voorwaarden om als basis te dienen voor een verbodsprocedure. Hij sprak ook de bewering tegen dat het bij het Bundesamt für Verfassungsschutz (BfV) zou gaan om een “onafhankelijke instelling”.
Bij het BfV, zegt Seehofer, gaat het “om een instelling die ondergeschikt is aan het ministerie van Binnenlandse Zaken, zoals ik het in de praktijk ook steeds heb ervaren. Het geklets over onafhankelijkheid klopt gewoon niet. De top van het agentschap bestaat uit politieke ambtenaren die op elk moment kunnen worden ontslagen.