Volgens cijfers uit Financial Accounts van de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve, blijkt dat Amerikaanse ngo’s 14,12 biljoen dollar aan bezittingen hebben.
Geen advertenties meer?
Ingelogde abonnees steunen niet alleen een van de enige kritische en onafhankelijke media, maar zien ook geen vervelende advertenties. Abonneer je snel en eenvoudig en krijg meteen toegang tot vele duizenden exclusieve artikelen!
Maak hieronder je keuze voor het gewenste abonnement:
Liever ook op papier? Bekijk alle abonnementen!
Het doorlopend abonnement wordt automatisch verlengd voor steeds één maand.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een online abonnement van 3 maanden via een eenmalige betaling.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een eenmalige betaling en je zit een jaar goed.
Log hieronder in om dit bericht volledig te lezen. Ben je al ingelogd, kijk dan op je account of je nog een actief abonnement hebt.
Een biljoen is een 1 met twaalf nullen (in Amerika spreken ze van trillion, maar in het Nederlands is een triljoen een 1 met 18 nullen. Tussen het biljoen en het triljard zit nog het biljard). De rijke ngo’s vormen stilaan een parallelle economie met een immense politieke invloed.
Wie even stilstaat bij de bedragen zal schrikken. 14 biljoen dollar wil zeggen dat de ngo’s meer bezitten dan het bruto binnenlands product (bbp) van Japan, Duitsland en India opgeteld.
Belgische ngo’s volgen Amerikaans model
Hoewel de situatie in de Verenigde Staten verschilt van Europa, ontstond aan deze kant van de oceaan naar Amerikaans voorbeeld een gelijkaardige ngo-industrie. Inclusief professionele lobby-afdelingen en fondsenwervers zoals in Washington. Een ngo-sector die zich steeds meer profileert door ideologische en politieke agenda’s. Onder andere door de zogenaamde lawfare. Dat wil zeggen het procederen om politiek beleid af te dwingen. De beruchtste ngo’s qua lawfare in België zijn de Klimaatzaak en Dryade.
Wie bij ngo’s denkt aan goede doelen met mosselsoupers en vlaaienslagen vergist zich. Ngo’s zijn ondertussen big business. In de Verenigde Staten bovendien een belastingvrije big business. Dat goede doelen belastingvrij zijn in de VS was vroeger principieel zeer verdedigbaar als het ging over kerken, blindegeleidehonden, voedselbedeling voor daklozen enzovoort.
Belastingvrij statuut lokaal aan
In België is het ongeveer vergelijkbaar. Een VZW (Vereniging Zonder Winstoogmerk) in België is niet volledig belastingvrij, maar geniet wel belangrijke vrijstellingen afhankelijk van haar activiteiten. Een VZW valt doorgaans onder de rechtspersonenbelasting (RPB) en betaalt geen belasting op winsten uit haar kernactiviteiten, zoals lidgelden, subsidies of verkopen die de werking financieren. Specifieke inkomsten zoals onroerende inkomsten, meerwaarden op gebouwen of niet-verantwoorde kosten zijn wel belastbaar. Als de VZW zich hoofdzakelijk bezighoudt met winstgevende activiteiten, kan ze onder de vennootschapsbelasting vallen.
Belgische ziekenfondsen hebben zelfs een belastingvrij statuut dankzij een aparte wet uit 1990. Dat is de reden waarom zoveel Europese ngo’s een internationale VZW in Brussel zijn.
In de VS trok die belastingvrije status anderen aan: universiteiten, ziekenhuizen en vooral allerhande stichtingen en lobbygroepen. Allemaal voorbeelden van organisaties die blijken over enorme beleggingsportefeuilles te beschikken. In de VS in totaal dus voor 14 biljoen dollar.
Werken in het duister
Een ander voordeel van een ngo is dat ze nauwelijks of niets moeten openbaar maken over bezittingen, werknemers en geldschieters. Ze kunnen dus in een relatief duister werken.
Ngo’s of niet-gouvernementele organisaties zijn in principe private initiatieven. Ze mogen dan misschien dikwijls werken met overheidsgeld in de vorm van subsidies of toelagen, maar ze zijn privé. En in tegenstelling tot overheidsdiensten moeten ze niet neutraal zijn. De meeste ngo’s zijn overduidelijk ideologisch of zelfs partijpolitiek gekleurd.
Van goede doelen naar politieke machine
De ngo-wereld is immers uitgegroeid tot een politieke machine. Van lobbygroepen tot activisme. Al jaren neemt de kritiek toe op de speculant George Soros en zijn zoon Alex met hun Open Society Foundations. Elon Musk noemde het bij Joe Rogan een grifting machine. Zwendel of oplichting met andere woorden. Het woord komt van het Engelse graft wat corruptie of een oneerlijk voordeel vanuit een politieke functie betekende.
Letterlijk is een graft het enten of transplanteren, maar figuurlijk verwijst het naar een politieke graaicultuur. De oneerlijke manier om geld te verwerven door misbruik van politieke macht of een politieke functie. Grifters zijn oplichters in een iets ruimere betekenis.
Musk: “Biggest scam ever”
Volgens Musk is dit de grootste oplichting ooit. Biggest scam ever. Musk noemde Soros een system hacker. Soros is aldus Musk een briljante speculant die prijsverschillen kan uitbuiten en zo winst maken. Een genius at arbitrage. Soros stopte 10 miljoen dollar in een ngo en mobiliseerde zo miljarden, voornamelijk belastinggeld. Met kleine donaties genereert hij enorme operaties op kosten van de overheid. Die ngo’s lobbyen dan voor miljarden dollars aan staatssteun. Ondanks hun etiket van non-governmental.
De overheden stoppen dus elk jaar subsidies in die ngo’s en blijven dat doen. Het volstaat volgens Musk het een goede naam te geven zoals Instituut voor wereldvrede.
Omgekeerd gebruiken politici dit fiscaal voordeel van ngo’s om hun politieke invloed te vergroten. Want die ngo’s hebben wel degelijk politieke invloed.
Exorbitante lonen voor ex-politici
In principe zijn goede doelen non-profitorganisaties, maar dat betekent niet dat ze geen winst mogen maken. Ze mogen alleen die winst nooit uitkeren aan aandeelhouders. Ze mogen wel exorbitant hoge lonen betalen, handeldrijven en zelfs speculeren. Vooral die hoge lonen zijn aanlokkelijk, niet in het minst voor ex-politici die beslisten over subsidies aan ngo’s.
Een multinational of een sector van 14 biljoen dollar omvang zou zeker de aandacht trekken van de wetgevers en de overheid. Dat zou leiden tot regulering en controle. Bij ngo’s gebeurde dat vooralsnog niet.
Europa deelt 134 miljard uit
In de Europese Unie zijn de bedragen kleiner, maar niettemin ook nog astronomisch. De Europese Commissie gaf tussen 2014 en 2024 134 miljard euro subsidies aan private ngo’s en non-profitorganisaties. Het recordjaar was 2022 met 20 miljard euro. In 2023 ging het om 19 miljard euro en in 2024 om 16,9 miljard euro.
Van die miljarden euro’s gingen er 12 miljard naar Duitse ngo’s, 7,9 miljard naar Belgische en 5,5 miljard naar Franse ngo’s. Spanje (5 miljard euro), Nederland (4 miljard), het Verenigd Koninkrijk (3 miljard), Italië (3 miljard), Zwitserland (2 miljard), Noorwegen (2 miljard) en Oostenrijk (net geen 2 miljard) maken de top tien compleet.
Opvallend is dat Zwitserse en Noorse ngo’s veel subsidies krijgen terwijl hun land nooit lid van de Europese Unie was. De Noorse subsidies gingen trouwens vooral naar vluchtelingenwerk. 1 miljard euro op tien jaar voor de Norwegian Refugee Council (Stiftelsen Flyktninghjelpen).
Wel moet opgemerkt worden dat 1 miljard euro van de 134 naar de GAVI Alliance ging die coronavaccins uitdeelde aan de rest van de wereld. De Duitse en Belgische verzelfstandigde diensten voor ontwikkelingssamenwerking GIZ en Enabel kregen tezamen 2,6 miljard euro op tien jaar.
Belgische ziekenfondsen bezitten 6,1 miljard
Moderne ngo’s zijn grote spelers op financieel vlak. Ze bezitten investeringsportefeuilles en doen aan fiscale optimalisatie. In België kwamen recent de ziekenfondsen in de actualiteit met hetzelfde verwijt. Ze betalen geen belastingen. De Belgische ziekenfondsen (mutualiteiten) bezitten samen bijna 6,1 miljard euro aan vermogen. Meer dan 5,2 miljard euro daarvan zit in beleggingen, zoals obligaties, aandelen en vastgoed. Dit is niet van de grootorde van de Amerikaanse ngo’s, maar zeer vergelijkbaar.
De Belgische ziekenfondsen spelen net als de vakbonden een zeer belangrijke rol in de Belgische politiek. Een rol gefinancierd met belastinggeld en fiscale voordelen. Net als de ngo’s in de VS die steeds activistischer optreden. Ze vormen een parallelle politieke macht.
Waarschuwing voor parallelle economie
Die parallelle politieke macht is niet het enige risico. De Amerikaanse specialist fiscaal beleid Scott Hodge waarschuwde al jaren geleden voor het feit dat de ngo-sector uitgroeit tot een parallelle economie. Hodge was voorzitter van de Tax Foundation en zit tegenwoordig bij Arnold Ventures als tax and fiscal policy fellow. De Tax Foundation is een denktank in Washington die ijvert voor eenvoudig, transparant en gezond belastingbeleid.
Hodge schatte enkele jaren geleden dat al 15 procent van het bbp van de VS afkomstig was van ngo’s. Dat noemde hij geen goed doel meer, maar een scheeftrekking van de economie. Hij vergeleek ziekenhuizen. Het ene een non-profit en het andere een bedrijf. Dan betaalde die laatste belastingen, terwijl de eerste geen belastingen betaalde.
Twee grote risico’s
Het massaal subsidiëren van ngo’s houdt dus twee risico’s in. Ten eerste een soort partijfinanciering met belastinggeld omdat de ngo’s meestal politieke doelen nastreven en dus campagne voeren voor of tegen deze of gene partij. Ten tweede oneerlijke concurrentie tegenover het bedrijfsleven. Hetzij door de lawfare op kosten van de belastingbetaler, hetzij door fiscale voordelen.
Toen Musk aan zijn kortstondige DOGE-project aan het begin van de tweede termijn van president Donald Trump begon, gingen veel ogen open. De subsidies van en aan USAID bleken een enorme netwerkcorruptie te helpen organiseren. Nu de Board van de Federal Reserve met cijfers kwam over de omvang van de bezittingen van de ngo’s kan een discussie nog moeilijk uitblijven. Een discussie die vervolgens allicht overwaait naar Europa.
Meer over ngo’s







