Partijen met dezelfde ideologieën, hebben vaak de meeste aversie voor elkaar. Foto Belga

Partijen met dezelfde ideologieën, hebben vaak de meeste aversie voor elkaar. Foto Belga

Binnenland politiek

Bart Maddens: “Hoe groter de gelijkenis, hoe groter de wederzijdse aversie tussen partijen”

Bart Maddens

Hoe meer mensen op elkaar lijken, hoe meer ze de neiging hebben om elkaar te haten. Freud schreef dat toe aan wat hij noemde het narcisme van de kleine verschillen. Als er teveel overeenkomsten zijn met iemand anders, dan ervaren we dat als een bedreiging van onze identiteit en gaan we onbeduidende verschillen uitvergroten.

Geen advertenties meer?

Ingelogde abonnees steunen niet alleen een van de enige kritische en onafhankelijke media, maar zien ook geen vervelende advertenties. Abonneer je snel en eenvoudig en krijg meteen toegang tot vele duizenden exclusieve artikelen!

Maak hieronder je keuze voor het gewenste abonnement:

Doorlopend abonnement

Maandelijks opzegbaar

€ 9,00

per maand

Eenmalig betalen

3 maanden PAL-abonnement

€ 27,00

per kwartaal

Geen gedoe

12 maanden PAL-abonnement

€ 108,00

per jaar

Liever ook op papier? Bekijk alle abonnementen!

Het doorlopend abonnement wordt automatisch verlengd voor steeds één maand.

Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!

Steun het vrije woord met een online abonnement van 3 maanden via een eenmalige betaling.

Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!

Steun het vrije woord met een eenmalige betaling en je zit een jaar goed.

Log hieronder in om dit bericht volledig te lezen. Ben je al ingelogd, kijk dan op je account of je nog een actief abonnement hebt.

Hetzelfde zie je bij politieke partijen. Je zou verwachten dat die vlotter met elkaar kunnen samenwerken als ze ideologisch dichter bij elkaar staan, maar het tegendeel is waar. Hoe groter de gelijkenis, hoe groter de wederzijdse aversie. En dat heeft bij de partijen natuurlijk ook en vooral een electorale oorzaak. Ideologisch verwante partijen zijn ook elkaars grootste concurrenten.

CVP en VU

Het is een intrigerend fenomeen dat ik heb leren kennen in de jaren tachtig. De CVP en de Volksunie stonden in veel opzichten dicht bij elkaar. Het waren allebei Vlaamsgezinde centrumpartijen. De Volksunie was dan wel niet religieus geïnspireerd, maar de meeste politici, leden en kiezers ervan kwamen wel uit de christelijke zuil. Iemand als Wilfried Martens had even goed bij de Volksunie terecht kunnen komen en Hugo Schiltz bij de CVP. Toch koesterden beide partijen een intens vijandbeeld tegenover elkaar. Voor de CVP waren de VU-ers tafelspringende en maconnieke scheurmakers. Voor de VU waren de CVP-ers schijnheilige en onbetrouwbare tsjeven.

Toen de Volksunie vanaf de jaren negentig in verval geraakte, zorgde die diepgewortelde aversie ervoor dat een structurele samenwerking met de CVP nooit een optie was. Nochtans waren de christendemocraten toen met een uitgesproken Vlaamsgezinde Luc Van den Brande meer dan ooit een natuurlijke bondgenoot. In de plaats daarvan werd er door de VU-ers veel meer gelonkt naar de VLD, de erfgenaam van de Belgististische en deels franskiljonse PVV van vroeger. Een groot deel van de partij stapte effectief over naar de liberalen. Slechts heel weinig politici uit de VU-diaspora zijn bij de christendemocraten terecht gekomen; voor zover ik weet slechts twee parlementsleden: Johan Sauwens en Herman Candries.

Die afkeer voor de christendemocraten zinderde nog na bij de pasgeboren N-VA. Toen Pieter De Crem op 5 januari 2002 pleitte voor een historisch rendez-vous tussen CD&V en N-VA sloeg voorzitter Geert Bourgeois die uitgestoken hand meteen af: “CD&V kiest voor het confederalisme, dat betekent voor twee deelstaten in België. Wij kiezen voor een onafhankelijk Vlaanderen. Dat is volgens mij iets helemaal anders” (Het was inderdaad een andere tijd). Als het na het N-VA-debacle van 2003 toch tot een kartel met CD&V gekomen is, dan was dat zeker geen huwelijk uit liefde, maar wel een van moeten. Eerst had de partij trouwens steun gezocht bij de VLD om de regels inzake de federale dotatie te versoepelen en zo het hoofd financieel boven water te kunnen houden, maar dat was niet gelukt.

N-VA en Vlaams Belang

Het kan op het eerste zicht vreemd lijken, maar de relatie tussen de N-VA en het Vlaams Belang vandaag doet mij denken en die tussen de Volksunie en de CVP lang geleden. Ideologisch gezien staan de twee Vlaams-nationale partijen relatief dicht bij elkaar. Het zijn allebei conservatieve partijen, ze hebben een uitgesproken rechts profiel op de culturele breuklijn, ze willen een strenger migratiebeleid, ze zijn allebei (ten minste op papier) radicaal Vlaamsgezind, en ze hebben historische wortels in het Vlaams-nationalisme.

Zo bekeken is het niet onlogisch dat flaminganten lang hebben geloofd in een mogelijke samenwerking tussen de twee ‘V-partijen’. Maar hier botsen we weer op wet van Freud: Vlaams Belang en N-VA hebben zoveel gemeen dat ze elkaars bloed kunnen drinken. De verschillen die er uiteraard wel zijn worden verabsoluteerd tot immense tegenstellingen. Als de verwante partij stemmen afsnoept, dan wordt dat door de verliezende partij niet aangevoeld als een spijtige tegenslag, maar als een pijnlijke vernedering. Dat was zo in 2014, toen een triomferende Bart De Wever het Vlaams Belang ei zo na onder de kiesdrempel duwde. Dat was zo in 2019, toen ‘paljas’ Van Grieken de N-VA een oplawaai van jewelste bezorgde. En opnieuw in 2024, toen Bart De Wever Van Griekens overwinning kaapte door tegen alle verwachtingen in de grootste te blijven.

Dat de N-VA in de aanloop naar die jongste verkiezingen het cordon sanitaire onderschreef, heeft de weerzin voor de Vlaams-nationale ‘zusterpartij’ enkel maar vergroot bij het Vlaams Belang. Haat en politieke uitsluiting zijn verwante fenomenen. Ze zijn allebei zelf voedend. Om het cordon te verantwoorden moeten de traditionele partijen constant tegenstellingen zoeken en uitdiepen, waardoor de kloof in de perceptie steeds groter wordt en de mogelijkheid om die te overbruggen kleiner. Die logica sluit perfect aan bij het narcisme van de kleine verschillen in de relatie tussen Vlaams Belang en N-VA. Verrassend is niet zozeer dat de N-VA zich heeft aangesloten bij het cordon, wel dat het zolang heeft geduurd voor dat gebeurde.

Persoonlijke afkeer en relaties

Dit alles vertaalt zich natuurlijk ook in de persoonlijke verhoudingen. Nogal wat politici van VU en CVP hadden een viscerale afkeer voor elkaar. Hugo Schiltz kon het veel beter vinden met schijnbare aartsvijanden als Lucien Outers en Antoinette Spaak van het FDF dan met Leo Tindemans van de CVP. Vandaag baalt Bart De Wever van zijn Vlaams-nationale en rechtse kompaan Tom Van Grieken. Maar het klikt het wel zeer goed met een linkse en niet uitgesproken Vlaamsgezinde Conner Rousseau. Rechtse flaminganten zijn verontwaardigd over dat als tegennatuurlijk ervaren bondgenootschap. In werkelijkheid speelt hier gewoon de wet van de haat tussen verwanten en de aantrekkingskracht tussen tegengestelden.

Dat laatste is natuurlijk een louter politieke toevoeging aan de wet van Freud. Die heeft nooit beweerd dat mensen het beter met elkaar zullen vinden naarmate ze meer van elkaar verschillen. Psychologisch bestaat er niet iets zoals als een omgekeerd narcisme van de kleine verschillen: een ‘altruïsme van de grote tegenstellingen’. Maar politiek ligt dat anders. Want politici moeten nu eenmaal op zoek naar bondgenoten. Als ze afgestoten worden van ideologische verwanten, dan komen ze automatisch bij verder verwijderde partijen terecht. Mooi meegenomen is dan ook dat dit geen electorale concurrenten zijn. In die zin is het perfect te begrijpen dat Bart De Wever in de armen van Conner Rousseau is gevallen en niet in die van Tom Van Grieken.

Deze vreemde en wat contra-intuïtieve dynamiek kan inderdaad tot verrassende plotwendingen leiden. De politici die in Ranst, Izegem en Brecht scheep zijn gegaan met het Vlaams Belang waren afkomstig uit de traditionele partijen, niet uit de N-VA. Als het cordon ooit regionaal wordt doorbroken, dan zal dat misschien ook niet door toedoen van de N-VA zijn.

Christendemocraten en nationalisten

Op Doorbraak (5 december) speculeerde Roan Asselman al over een mogelijk bondgenootschap tussen CD&V en Vlaams Belang. Hij kijkt vooral naar de ideologische verwantschap tussen beide partijen. Maar misschien is het net wegens hun ideologische en electorale verschillen dat een entente tussen beide niet mag worden uitgesloten. Als het Vlaams Belang wordt uitgespuwd door de N-VA, dan is het niet onlogisch voor de partij om naar ideologisch verder gelegen alternatieven te kijken. En het is bekend dat de N-VA een bar slechte relatie heeft met CD&V (misschien een overblijfsel van de oude VU/CVP-vete?). Dan zou CD&V wel eens in de verleiding kunnen komen om de macht van de N-VA te breken door toenadering te zoeken tot het Vlaams Belang.

Zou een bromance tussen Sammy Mahdi en Tom Van Grieken echt zoveel gekker zijn dan die tussen Bart De Wever en Conner Rousseau? Misschien wel. Er is immers nog dat kleine detail van het cordon sanitaire. Daardoor blijft samenwerking tussen CD&V en Vlaams Belang hoe dan ook ‘a long shot’. En toch, het is een prikkelend ideetje om in het achterhoofd te houden. Want als 2025 ons een ding heeft geleerd, dan is het wel dit: verwacht het onverwachte in de politiek.

PAL Nieuwsbrief

schrijf je gratis in

Blijf op de hoogte met onze dagelijkse nieuwsbrief

Plaats een reactie

Delen