Een cyberaanval op Defensie zorgde er voor dat het Belgisch leger 26 dagen lang geen e-mails kon sturen. Pas sinds gisterenmiddag kan Defensie opnieuw mails naar buiten sturen. Ook het standaardgebruik van internet was gedurende lange tijd beperkt. Tot op vandaag heeft de cyberaanval nog gevolgen op de werking van Defensie. “Het begint bij een gebrek aan transparantie”, reageert N-VA-Kamerlid Theo Francken tijdens de Kamercommissie Landsverdediging van woensdag.
“Het netwerk van Defensie is inderdaad een hele tijd afgesloten van het internet”, bevestigt het kabinet van defensieminister Ludivine Dedonder (PS) in de Het Belang van Limburg. “Dat was nodig om te kunnen controleren of alles veilig was. Sinds dinsdagmiddag kunnen er weer mails naar buiten worden gestuurd.” De heropstart van het externe mailverkeer zou wel mondjesmaat gebeuren, voor een volledig herstel wordt gemikt op 12 februari.
WhatsApp als alternatief
Maar de problemen zijn nog steeds niet helemaal opgelost: vakbonden krijgen veel reacties van het personeel dat nog geen toegang heeft tot de systemen. “Er is zeker een administratieve impact voor het beheer van een heleboel dossiers.” Tevens is militair personeel momenteel nog grotendeels aangewezen op WhatsApp en Messenger voor hun communicatie: “Dat is natuurlijk geen waardig alternatief.“
De vakbonden hekelen dat er geen duidelijke communicatie is gekomen over de aanval. “Er is communicatie geweest over het feit dat er geen impact is geweest op het operationele niveau, bijvoorbeeld op F-16’s. Maar tot nu toe hebben we geen bevestiging dat er geen andere informatielekken zijn geweest”, aldus Dimitry Modaert van vakbond VSOA. Volgens Yves Huwart van ACMP is de top van het leger afhankelijk van de capaciteit aan informatici. “Die zijn steeds schaarser. Daar hebben we een nijpend tekort aan specialisten. Iedereen wil dat het vooruitgaat, maar we hebben niet de capaciteit.”
Gebrek aan transparantie
“Het begint bij het gebrek aan transparantie. Het is militaire logica dat er enige vorm van geheimhouding is en dat er niet onmiddellijk aan iedereen alle informatie gegeven kan worden. Begrijpelijk, maar toch zijn er binnen de Kamer genoeg mogelijkheden om de commissies op de hoogte te houden van zo’n cyberaanval. Wij vragen dan ook zo snel mogelijk een briefing over deze grootste cyberaanval ooit op Defensie“, start N-VA-Kamerlid Theo Francken zijn pleidooi.
Francken toont begrip over de veiligheidsniveaus: “Het is uiteraard niet mijn vraag dat de minister alles komt uitleggen tijdens de openbare plenaire vergadering van donderdag. Het enige dat ik wil is, liefst deze week nog, een briefing van een halfuur tot een uur waarin er aan ons wordt uitgelegd wat er aan de hand is.” Die vraag werd commissiebreed gesteund.
Wat zijn de gevolgen?
“Mijn tweede vraag is ook enorm belangrijk: in hoeverre reiken de gevolgen van die cyberaanval, zijn er gegevens gestolen? En naar wie wordt er gekeken als dader van deze cyberaanval? Een buitenlandse macht? Daarom hoop ik dat zowel de oppositie en de meerderheid achter mijn standpunt staan en ook geïnformeerd wil worden over deze grote cyberaanval.” Francken benadrukt dat dit ook in een Commissie achter gesloten deuren kan: “Tijdens de kwestie over Jurgen Conings konden wij hier ook achter gesloten deuren bepaalde documenten inkijken. Ik denk dat dat altijd zonder problemen is gebeurd.”
Ook Annick Ponthier, die voor Vlaams Belang zetelt in de Commissie Landsverdediging, reageert fel over het gebrek aan informatie: “Wij vragen hoorzittingen, of tenminste infosessies over deze cyberaanval. Het gaat hier over een serieuze zaak, maar tijdens de kerstvakantie werd er gedaan alsof er niets aan de hand was en werd de kalkoen vrolijk aangesneden.”