Het is 28 oktober 1922. De Italiaanse fascisten onder leiding van Benito Mussolini marcheren naar Rome. Zo’n 30.000 zwarthemden begaven zich naar Rome om te demonstreren tegen een mogelijke socialistische revolutie. De Italiaanse middenklasse was al enkele jaren ontevreden over de staat van het land omwille van de magere winst die Italië had na het einde van de Eerste Wereldoorlog. Het doel van Mussolini was “niets minder dan de volledige macht in Italië in handen te krijgen”.
De regering van de eerste minister Luigi Facta wilde de noodtoestand uitroepen, maar de koning Victor Emmanuel III ondertekende het document niet. Dit had als gevolg dat het leger niet ingezet werd om de fascisten tegen te houden. De koning deed dit vermoedelijk uit vrees om afgezet te worden, indien de staatsgreep van Mussolini zou lukken.
De volgende dag, op 29 oktober, vroeg de koning aan Mussolini om een kabinet te vormen. Mussolini is dus legaal aan de macht gekomen, in overeenstemming met de Italiaanse grondwet. Veel bedrijven en bedrijfsleiders waren aanvankelijk goedgezind met de machtswissel. Ze dachten dat ze Mussolini gemakkelijk zouden kunnen manipuleren, omdat hij in zijn vele speeches liet blijken dat hij voor een vrije markt was. De geschiedenis wijst uit dat het anders uitdraaide…