Een asielzoeker in Duitsland, afkomstig uit Iran, weigert een hem aangeboden arbeidsplaats in een lokaal ziekenhuis. Als hem even later een job in de IT-sector wordt aangeboden, weigert hij ook dit aanbod. Hij kan zich niet motiveren voor dit werk, zo zegt hij, en hij trekt naar de rechtbank om zijn gelijk te halen.
Geen advertenties meer?
Ingelogde abonnees steunen niet alleen een van de enige kritische en onafhankelijke media, maar zien ook geen vervelende advertenties. Abonneer je snel en eenvoudig en krijg meteen toegang tot vele duizenden exclusieve artikelen!
Maak hieronder je keuze voor het gewenste abonnement:
Liever ook op papier? Bekijk alle abonnementen!
Het doorlopend abonnement wordt automatisch verlengd voor steeds één maand.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een online abonnement van 3 maanden via een eenmalige betaling.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een eenmalige betaling en je zit een jaar goed.
Log hieronder in om dit bericht volledig te lezen. Ben je al ingelogd, kijk dan op je account of je nog een actief abonnement hebt.
Hamid S., die sinds de zomer van 2024 in een asielopvangcentrum verblijft, weigerde in eerste instantie een functie in het ziekenhuis. Het ging om een taak in de zorg en die was zeer specifiek bedoeld om de integratie van Hamid S. te bevorderen. Een zorgtaak die Hamid S. eigenlijk moest opnemen, want verplichte tewerkstelling maakt deel uit van de Duitse inburgeringswetten. Maar Hamid S. verzette zich tegen deze maatregel en weigerde zijn job op te nemen. De sfeer in het ziekenhuis zat niet goed, liet hij verstaan.
Zaak verloren
Toen hem een tweede kans geboden werd en de medewerkers van de stad een functie aanboden in de hem meer aangepaste IT-sector, weigerde hij ook dit aanbod. Daarop wendde Hamid S. zich naar de rechtbank en vroeg in eerste instantie gratis rechtsbijstand aan. De arbeidsrechtbank van Altenburg weigerde in te gaan op zijn vraag.
De rechtbank besloot dat de maatregelen van jobverplichting in het algemeen belang waren en bijdragen tot de integratie van de Iraniër. De voorzitter stelde ook dat arbeidsverplichting voor asielzoekers “zo snel mogelijk moet worden doorgevoerd” om zo onderbrekingen door allerlei juridische problemen en discussies te vermijden. Dit vonnis betekent in elk geval een duidelijk signaal, omdat de rechtbank de rechtmatigheid van de maatregel van verplichte arbeid duidelijk bevestigde.
Of de zaak hiermee afgesloten is? Nog niet helemaal. De Iraniër mag dan wel in eerste instantie hebben verloren, de asielzoeker ging tegen de beslissing in hoger beroep. Maar feitelijk is de zaak intussen ook ‘van de baan’, omdat de asielzoeker – die een dérde kans van de Duitse overheid heeft gekregen – ingegaan is op een jobaanbod in de stad Gera.
Meer over asiel en migratie







Die man gelooft niet in (taak) werkstraffen. De fout ligt hem bij de immigratie en asiel van etnische vreemdelingen die onze normen en waarden niet delen.